580
In 1671 stelde de Rijngraaf Frederik Magnus van Salm, gouverneur van
Maastricht, voor om „vyftich'bequaeme ende geexperimenteerde mineurs
„onder een capiteyn" aan te nemen. De toestemming van Holland gaf
den doorslag, zoodat de Raad van State aan Johan Joachim de Jacoby
commissie als kapitein der mineurs verleende (1). Weldra kreeg deze
53 mineurs onder zijn bevel, doch had aanstonds met moeilijkheden te
kampen, omdat Holland voor niet meer dan 35 man wilde betalen.
Dienovereenkomstig werd vastgesteld den „Staet van verdeling der gagen
„voor een compagnie van 35 mineurs, wesende in hare functie tegens
„den vyandt tsy offensive off defensive, alsdan
„voor den capiteyn in seven dagen 14 Rycxdaelders.
luytenantS
oppercorporael6
een corporael31/4
mineur8 (2)
Tot de troepen van den tweeden extra-ordinaris staat van oorlog, op
2S Maart 1672 door Hunne Hoog Mogenden bekrachtigd, behoorde een
compagnie van 100 mineurs ter repartitie van Holland, welke op den
gewonen staat van oorlog voor 1673, ten name van kapitein Jacoby,
onder de infanterie-compagnieën dier provincie werd opgenomen. De be
zoldiging schijnt, evenals die der mineurs van het vorige jaar, uitsluitend
te zijn toegekend voor diensten buiten het garnizoen of te velde; ze
bedroeg ter maand
.1 kapitein11458j
1 luitenant45143£
1 vaandrig3458j
2 sergeanten, ad 2040
4 korporaals, ad 18115f7458|
1 schrijver1217lf
3 jongens1858f
87 mineurs, ad 1217—151118115f
100 hoofden145858|.
In Augustns 1672 vertrokken detachementen mineurs uit Maastricht
naar Groningen en Breda (3).
(1) Waarschijnlijk dezelfde persoon als Jean Jamaeu, voorkomende op bladzijde 347 van
Deel IV.
(2) Res. S. G. 5 Februari, 15 October, Res. IJ. 4 April, Res. R. v. St. 13 April, 12 October,
Seer. Res. S. Q. 6 Mei 1671.
(3) Res. S. G. 12, 15 Augustus, Res. R. v. St. 26 October 1672.
17
17
77