AANTEEKENING N° 1 (bladz. 7). In liet Huisarchief van H. M. de Koningin berusten de keizerlijke diploma's voor de prinsen Johan Lode wijk van Nassau-Hadamar (8 October 1650), zoon Willem Frederik van Nassau-Dietz en Johan Maurits van Nassau Siegen, kleinzonen en Lodewijk Hendrik van Nassau-Dillenburg (25 November 1652)achterkleinzoon van giaaf Joiian den Oude. Ook die van 6 Mei 1664 voor prins George J rederik van Nassau-Siegen broeder van Johan Maurits, en voor de prinsen Willem Maurits en Frederik Hendrik van Nassau- S±egen kleinzonen van Johan den Middelsten. Johan Lodewijk van Nassau-Hadamar was in 1648 keizerlijk afge zant bij de vredesonderhandelingen. AANTEEKENING N° 2 (bladz. 13). De titel van „Edel Groot Mogenden" in plaats van „Edel Mogenden", welke aan de Staten van alle provinciën toekwam, was reeds gedurende liet leven van prins Maurits door vleiers in 't leven geroepen, voor de eerste maal door de rekenkamer van Holland en West-Friesland ge bezigd. Sedeit prijkte de nieuwe titel in alle officieele bescheiden; de overige regeeringslichamen van de Republiekook particulierenbezigden den term alleen wanneer hun eigenbelang 't medebracht. De „titulen supeiscriptiensubciipsien van de Edel Groot Mogende Heeren van Holland zijn in vier talen opgenomen in G. P. B. III 83 dd. 30 Novem ber 1656. AANTEEKENING N° 3 (bladz. 13 en 33). 't Meest hadden de grensgewesten en de Generaliteits-landen te lijden van de „exatiën" van afgedankt krijgsvolk, vagebonden en bedelaars. In plaats dat de Generaliteit krachtdadig tegen hen optrad, liet zij dit zuinigheidshalve aan de plaatselijke besturen over en bepaalde zich tot het uitvaardigen van plakkaten (1). (1) G. P. B. II 122 dd. 3 October 1348: Orders tegen „exactien ende foulen" der soldaten, vernieuwd by plakkaat van 18 April 1651. G. P. B. II 1194 dd. 4 Februari 1649: De inge zetenen gemachtigd om zich gewapenderhand te verzetten tegen stroopende partijen, tl. P. B. II 2392 dd. 6 Februari 1649: Maatregelen tegen stroopers in het markiezaat van Bergen-op-Zoom.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 553