585 maligen erfvijand Spanje, te minder wijl de oorlog tusschen dit land en Frankrijk nog voortwoedde. Yier Nederlandsche officieren, Cuyck van Meteren, luitenant der vaan van den veldmaarschalk Brederode, James Henderson, Adam Bolsey en Arent Vijgh, hadden van don Ambrosio Messia opdracht ontvangen om als kolonel een regiment van soldaten, die door de Republiek ontslagen warenvoor Spanje op te richten. Zij moesten daarvan, onder verwijzing naar het plakkaat op het verbod van vreemde diensten, afzien. In 1652 verbood de Republiek aan Christiaan Ulrich CrULDENLEEüW om hier te lande een regiment voor Spanje aan te werven (1). Toen in 1651 keurvorst Frederik Willem en de paltsgraaf Wolfgang Willem, na bijlegging hunner geschillen, de nieuw geworven troepen afdankten, wenschte Frankrijk een deel in dienst te nemen en over Staatsch gebied te laten trekken. In strijd met de orders, die zulks verboden, brachten de gewezen luitenant-kolonel Pieter van Zijl en Reinier de Sille van Wesel een transport naar Rotterdam. Aldaar aangekomenwerden de soldaten ontwapend zij moesten aan boord dei- van zeilen ontbloote kagen blijven, die naar Schenkenschans zouden gesleept worden, om aan de soldaten op neutralen bodem de vrijheid te hergeven. Maar toen de monster-commissaris 's morgens vroeg met de uitvoering wilde beginnen, bleken de vogels te zijn gevlogen; na de ankers te hebben gelicht, waren de schepen met het getij weggedreven naar Schoonhoven, waar de vluchtelingen aan wal gingen en zich in alle richtingen verspreidden. Genoemde officieren, zoomede Maerten van Juchem, commandeur, en Willem Copes, majoor van Wesel, die de afvaart niet belet hadden, werden gevangen genomen; het gevoerde proces liep binnen eenige maanden voor allen met een sisser af. Te Sluis kwamen omtrent dezen tijd tweehonderd uit Lotharingschen dienst ontslagen Ieren aan, die over het Kanaal naar hun vaderland wilden wederkeerende Staten van Zeeland verhinderden zulks en zonden hen naar het gebied des konings van Spanje terug (2). AANTEEKENING N° 5 (bladz. 18). Blijkens resolutie van den Raad van State dd. 29 Juli 1648 bestond het voornemen om impotenten en geappointeerden op de provinciën te repartieeren. Onder hen bevonden zich lieden van ruim 90-jarigen leef tijd, die nog onder prins Willem I gediend hadden, ook gewezen (1) Res. S. G. 29 Juni, 25 September, Res. II. 8 Augustus, lies. li. v. St. 29 September, 86 October 164829 Januari 1652. (2) Res. S. G. 25 27 28 December 16512,8, 1015 Januari24 Februari2 Maart Res. R. v. St. 4, 11 15, 24 Januari, 2, 17 Februari, 4, 8, 12-14 Maart, 9, 11 AprilSecr- Res. S. G. 16 Januari, lies. H. 10—12, 16, 20, 30 Januari, 3, 6 Februari, 6 Maart 1652; G. P. B. II 143 dd. 16 Augustus 1651, II 150 dd. 27 Maart 1652: verboden van doortochten van vreemd krijgsvolk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 555