539 den keizer. Sinds 1657 was hij in Deenschen dienst; hij overleed als Saksisch opperbevelhebber. De Staten-Generaal noodigden Holland uit om aan Gluckstadt, Crempe, Rensburg en bijbehoorende schansen, geld en levensmiddelen te verschaffen „tot betalinge ende encouragement vande „guarnisoenen aldaer" (Seer. Res. S. G. 31 Augustus 1658). AANTEEKENING N° 12 (bladz. 89). Voor het inhuren van twintig fluitschepen tot transport der soldaten, ad 2000 40.000 S 8000 „weecke brooden" van 6®, per man ander half pond daags, dus voor acht dagen2.400 100.000 ft „hard broot in droge vaten"per man een pond daags, dus voor 25 dagen9.000 voor vaatwerk500 33.000 ft boter, 1fi ft daags8.250 33.000 ft' kaas, x/4 ft' daags4.620 30 last haring, twee haringen daags3.780 2000 ton bier, per man een half vat op de reis 6.250 brandewijn, een stuiver per man en per dag6.000 „tabaco ende pijpen"500 stroomatten om op te slapen500 4000 rokken van pijlaken12.000 2000 rokken voor de soldaten van Puchler6.000 99.800. AANTEEKENING N° 13 (bladz. 96). Provisie voor 6000 man gedurende acht maanden (1). Anderhalf ft' roggebrood, per man en per dag 67.90210 1125 ft kaas daags140.500 4.320.000 haringen57.857 zout, boter, mout om te brouwen, azijn, brande wijn, peperwortel946 5000 pijrokken ad 31017.500 10000 hemden ad 220.000 5000 paren kousen ad 2 10.000 5000 paren schoenen ad 210.000 geld voor de officieren in Noorwegen24.000 voor tabak1.500 286.205—10. (1) Secr. Ros. S. G. 29 September 1059.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 559