85
niet altijd gelukkig uitviel, zouden weldra vele gevallen van lafhartigheid
in het gevecht bewijzenal mochten clan ook onzeewaardigheid der schepen
gebrek aan munitie, levensmiddelen en geld als verontschuldiging worden
aangevoerd. De Raad van State diende voor de 150 schepen een petitie
in van twee millioen, terwijl op den staat van oorlog nog een tekort
van 800.000 bestond. De vertegenwoordigers van vreemde mogend
heden te 's-Gravenhage stelde men omtrent de buitengewone uitrusting
gerust door de verzekering, dat ze alleen diende tot bescherming van
den handel (Ij.
Op 29 Mei 1652 had ter hoogte van Dover een ontmoeting plaats van
de Staatsche vloot onder Maarten Harpertsz. Tromp met een Britsch
smaldeel onder Robert Blake, waarbij deze het vuur opende, omdat
hij zich niet vergenoegde met de door Tromp gegeven eerbewijzen. Meest
waarschijnlijk zou Blake totaal verslagen zijnindien de Staatsche
vlootvoogd niet volgens ontvangen bevelen geheel verdedigenderwijze te
werk moest gaan. Alle pogingen tot behoud van den vrede, ook een
zending van den Hollandschen raadpensionaris Adriaan Pauw, heer van
Heen vliet, bleven vruchteloos. De eerste oorlog ving aan, waarin
de Prinsenvlag door de Statenvlag was vervangen (2).
Wij zullen het verloop van den zeeoorlog niet verder nagaan dan
noodig zij om den invloed daarvan op het leger te schetsen. Niet alleen
waren de generaliteits-magazijnen gedwongen met geschut en artillerie-
behoeften bij te springen, maar ook de frontier-plaatsen moesten een
deel hunner vuurmonden afstaanomdat sinds 1612 wel elk jaar
50.000 voor het gieten van geschut waren bewilligd, maar de betaling
dier gelden veelal was achterwege gebleven (8). Aangezien destijds een
zeegevecht zelden afliep zonder enteren en handgemeen worden, be
stond groote behoefte aan losse handgranaten, kogels gevuld met zes,
springtonnen tot mortieren met achttien handgranaten. Deze en andere
ernstvuurwerken vervaardigde men niet alleen aan land, maar ook op
de schepen, nadat matrozen daarin het vereischte onderricht genoten
hadden. In Juli had te Dordrecht bij de vulling van granaten een ont
ploffing plaats, waarbij de vuurwerkers Frits en Joost Bisbinck het
leven verloren. De luitenant-admiraal Tromp toonde zich zeer ingenomen
met de „piqués de feu", dienende om zeilen in brand te schieten: vuur-
stokken, gedeeltelijk voorzien met lood gevulde klossen, uitvinding van
den pe tardier Joh an de Crequi gezegd La Roche waarmede welge
slaagde proeven in den hofvijver te 's-Gravenhage genomen waren (4).
Nog beter voldeden de uit donderbussen geschoten brandkogels of vuur
pijlen: een uitvinding van Adolf Sleevooght te Reesdie een aanstelling
(1) Res. S. G. 9 Februari, 3—5, 8 Maart. 1652.
(2) Res. H, 18 Juni 4652.
(3) Deel III, bladzijde 298.
(4) Res. R. v. St. 20, 22, 24, 29 Juni, 25, 20 Juli, Res. S. G. 21 Juni 1652.