542 den landvoogd don Jan van Oostenrijk en den prins van Condé in de duinen, waarna elf dagen later de overgave volgde. In 1662 verkocht de karakterlooze Karel II Duinkerkenonder tegenstand van liet parlement, voor vijf millioen francs aan Frankrijk. Het Britsche garnizoen weigerde te vertrekken, doch Estrades maakte zich op 29 November door list meester van de stad. De 7de November 1659 zag het huwelijk sluiten tusschen Lode- wijk XIV en de infante Maria Teresia, dochter van Filips IV van Spanje; de eerste ontmoeting tusschen de jonggehuwden had pas plaats op 9 Juni 1660. Lodewijk XIV en zijne gemalin dochter van Eli sabeth van Frankrijk waren beiden kleinkinderen van koning Hen drik IV. AANTEEKENINGr N° 18 (bladz. 118). Na afloop van den Eersten Engelschen oorlog (1654) beproefde de Re publiek het in Brazilië verloren gebied op Portugal te herwinnenwaarmede de Staten na het overlijden van Johan IV, wien zijn driejarige zoon Alfonso VI opvolgde, meenden gemakkelijk spel te zullen hebben. Als gevolg van den Noordschen oorlog was de Republiek niet bij machte tot krachtig optreden. Hare schepen behaalden wel buit, doch leverden geen gevechten. Slechts de Oost-Indische Compagnie behaalde blijvende voordeelen door de verovering van CeylonNegapatnamCochin en andere Portugeesche bezittingen. Bij den vrede op 6 Augustus 1661 te 's-Gfra- venhage zag de Republiek af van hare rechten op Brazilië tegen een vergoeding van acht millioen. De vrede scheen een gewoon handelszaakje! De Staat had in 1654 een proces ingesteld tegen de „aent verlaten „van de conquesten van Brasil" schuldig geachte autoriteiten. 't Werd ingeleid door een strijd tusschen Holland en Hunne HoogMogenden over de aanwijzing der rechters. De president en een lid van den Hoogen Raad van Brazilië werden naar de burgerlijke rechtspraak verwezen, de luitenant-generaal Sigismund van Schoppen, voormalig opperbevelhebber, naar den krijgsraadvoorgezeten door kolonel Wijnbergen verder samengesteld uit vier kolonels, een luitenant-kolonel en drie sergeant majoors. Hoewel de ongelukkige stand van zaken uitsluitend viel toe te schrijven aan verregaande onvoldoende materieele hulp, het geding niet anders dan tot vrijspraak van den luitenant-generaal mocht leiden, werd hij toch veroordeeld tot betaling der gerechtskosten ten bedrage van 12.98510 (1). Prins Johan Maurits van Nassau, die als gouverneur nog 100.000 (1) Ros. S.. G. 3 September, 5 November 1054, 20, 23 Maart, 14 April. Res. II. 22 De cember 1655.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 562