544
gouverneur Estienne de Miletvoormalig Staatsch luitenant, als zoo
danig.
Van 1572 tot 1678 was Oranje eenvoudig een Fransch wingewest.
AANTEEKENING N° 20 (bladz. 122).
In 1664 bracht onderstaande gebeurtenis de geheele Republiek, vooral
Holland, in rep en roer. Op 17 Maart maakte Johan Diederik de Mor
taigne Zweed van geboorte, zich schuldig aan schaking van jonkvrouw
Catharina van Orliens, met of tegen haar wil, uit het huis harer
bloedverwanten te 's-Gravenhage. Hij bracht haar naar Culemborgvrij
plaats voor hendie zich tegen de wetten bezondigd haddende bloed
verwanten loofden een som uit van 4000 rijksdaalders voor het terug
voeren der jonkvroinv. De Staten van Holland zonden een compagnie
gardes naar Culemborg; Hunne Hoog Mogenden bevalen den kolonel
Filips van Steelandt om met den sergeant-majoor Johan van Santen
te Gorinchem vier compagnieën van 80zeven van 50 manbenevens drie
compagnieën te paard bijeen te brengen, het veer en de toegangen van
Culemborg te bezetten en de ontsnapping van Mortaigne te beletten;
op de Lek verleenden twee jachten medewerking. Trots de insluiting
wist Mortaigne met medeweten van Hendrik Wolraed, graaf van
Waldeck, Pyrmont en Culemborg, en hulp van Frederik Hendrik van
den Boetzelaer, lieer van Langerak, te ontvluchten. Holland nam
Langerak gevangen, verbande hem uit de provincie, ontsloeg hem als
ritmeester en besloot Culemborg te straffen met afbreken der poorten,
vastmaken der valbruggen of vervanging door steenen bruggen en slaan
van bressen in den walmuur. Holland beweerde in weerwil van het
protest der Staten van Gelderland daartoe recht te hebben: zij toch
hadden in 1646 den graaf verleid, en Culemborg was een Hollandsch
leen. 't Kwam geenszins tot uitvoering. Graaf Hendrik Wolraed ver
klaarde bij acte van 3 April dat de stad geen vrijplaats zou zijn voor
„eapitaele delinquantenmalitieuse banqueroetiers ende dergelycken" uit
de provincie Holland en West-Friesland en dat zijne onderdanen, die de
ontvluchting hadden begunstigd, zouden vervolgd worden. Dientenge
volge rukte de militaire macht volgens bevel van 17 xMei in; kolonel
Steelandt kreeg voor bewezen diensten een vergoeding van 200 ter
maand. Hendrik Wolraed overleed den 25sten Juli te Gratz en werd
als graaf van Culemborg opgevolgd door zijn oom George Frederik van
Waldeck en Pyrmont, luitenant-generaal van het Rijksleger te Raab (1).
Intusschen was Mortaigne te Bremen door den magistraat, als blijk
(1) Res. S. G. 19, 21, 24, 26, 30, 31 Maart, 2, 4, 10, 17, .22, 28, 29 April, 17 Mei, 15
Augustus, 3 October, Comm. S. G. 26 Maart, Res. H. 19, 20, 23-30 Maart, 2, 3, 5 April,
816 Mei 1664.