548 Aan Friesland waren 466 mariniers toegewezen. Aanvankelijk betrok men de benoodigde zeesoldaten uit de gewone compagnieën. De oorlog ter zee bewees hoe tijdroovend 't was om de manschappen uit de ver spreide en afgelegen garnizoenen te verzamelen. De gedeputeerden der Staten gingen daarom in 1665 over tot de samenstelling van negen troepen, elke van 46 hoofden, drie officieren daaronder begrepen, een commandeur, een korporaal en een schrijver; de commandeur op een jaar-traktement van 400, de korporaal op een van 200, de schrijver op een van 800, de marinier tegen 1IS ter week, aan boord verhoogd tot de gage der bootsgezellen. De commandeurs moesten „goede „bequaem en ter zee geoeffent volck" aannemen tegen een aanritsgeld van 10 (Res. G-edep. Friesl. 24 Juni 1665). Blijkbaar had men met de commandeurs geen goede keuze gedaan. In 1666 bracht men de 9 troepen tot 4 terug. In hetzelfde jaar weigerden de mariniers zich aan boord te begeven, tenzij hun vooraf de serviesgelden werden uitbetaald. Bij een in 1667 gehouden monstering kwamen „excessive defecten en „disordres" dermate aan 't licht, dat de Staten „tot weringe van soo- „danige mifuisen en redres van de goede cryghsordre en discipline" be sloten tot licentieering van de hoofdofficieren of commandeurs. Wegens den met Engeland gesloten vrede dankten kort daarna de Gedeputeerden de „troupes de marine" af (Res. Friesl. 3 Maart, Res. Gedep. Friesl. 22 Mei 1666, Res. Friesl. 29 Juni, Res. Gedep. Friesl. 10, 11 October 1667). Aangezien evenwel de mariniers op de staten van oorlog vermeld stonden, moest de afdanking worden ingetrokken men richtte vier compagnieën van 96 man op en voegde aan elk der vier Friesche regimenten Schwartzen- berg, prins Hendrik Casimir, Aylua en Amama een compagnie toe. (Res. Gedep. Friesl. 29 Maart 1668, Res. Friesl. 18 Februari 1669). Be doelde compagnieën volgden verder de formatie der regimenten. AANTEEKENING N° 24 (bladz. 145). De vaan van ritmeester Rechine Voysin ging over op Frederik Willem van Salm, Wild- en Rijngraaf. Jacob van Wassenaer werd vervangen in zijne waardigheden van gouverneur van Heusden door Mathys Drost drost van Heusden 1 u i tenant-li on t veste r van Holland kolonel der cavalerie ritmeester kapitein mr. Gerard van Berke, Amelis van den Bouckhorst, heer van Wimmenum. Lu DOLF VAN StEENHUYSEN, heer tot Hum. zijn zoon Jacob van Wasse naer heer van Wassenaer. Alexander de Zoete van VlLLERS. Res. IJ. 17 Juli. Res. R. v. St. 21 Juli.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 568