559 „iiaer Ed. Groot Mogentheden, Sergeant-Majoor van 't Guarnisoen" ('-Gravenhage) een „Vertoogh van de Kryghs-oefifeninge" in drie deelen met platen. Het eerste deel bevat de individueele oefeningen van mus ketiers, met 86 commando's, en van piekeniers, met 20 commando's. Het tweede deel geeft een „Korte Aenwijsinge van de generale exercitieTe „samen met Musquetiers en Pieckeniers". Het derde deel bevat ,,'t mar cheren en staen in ordre met de compagnien ende de Regimentenmet „verscheijde aenwijsingen, om sicli in Bataille of Slagh-ordre te stellen „tegens de Ruyterije". Bij de opstelling van het regiment in orde van bataille stonden de vereenigde piekeniers van alle compagnieën in het midden, de musketiers verdeeld over de vleugels. De kolonel bepaalde, in verband met de frontbreedte, het aantal gelederen; hij stond midden vóór, de luitenant-kolonel midden achter het front. De sergeant-majoor, de eenige bereden hoofdofficier, was aan geen vaste plaats gebonden „alsoo deselve meest gedurigh in actie is, van af-en-aen te rijden, om „d'ordres of de commande van den generael te ontfangenende deselve „bekomen hebbende op het spoedighste bekent te maken aen den col- „lonel" de sergeanten moesten „acht hebben op den Sergeant-Majoor, als „hy ordre geeft om aen synen Capiteyn ofte Lieutenant, Vendrigh en „Corporaels te brengen". Voor het gevecht kreeg het regiment be schikking over twee of meer veldstukken. Bij opstelling van meerdere eenheden stonden de infanterie-regimenten neven en achter elkander, de cavalerie op de vleugels. Het werk van Boxel bevat voorts „de Artyckel „Brief ofte Ordonnantie op de Discipline Militaire" van 8 Augustus 1590 en eindigt met de algemeene verplichtingen van „Soldaet, Adelborst, „CorporaelCorporael van de Adelborsten of Capiteyn des Armes over „het geweer, de Trommel Slagers, de Regiments Trommel Slager, de „Schrijver, de Barbier ofte Chirurgijn, de Sergeanten, de Vendrigh, de „Lieutenant, de Capiteyn". Een werk op meer bescheiden schaal zag het licht in 1672 „Drilkonst „of hedendaagsche Wapen-oeffening door Hendrik van Buren Drilmees ter der stad Utrecht, en Lieutenant onder de Heer Copes, behoorende „onder 't Regiment van de Heer Paul de la Baye, heer van Theilten „dienste der Vereenichde Nederlanden". AANTEEKENING N° 38 (bladz. 265). Sommige door Holland in 1669 verkozen hoofdofficieren bedankten in 1671 voor een benoeming in aanmerking te komen, o.a. Jeremias Ciiauvet als kolonel der cavalerie, Edmond Pabri als kolonel der infan terie, Casimir van Stein Callenfels als sergeant-majoor der cavalerie (1). (1) Ros. II. 17 Fubruari 1671.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 579