aangaande kennis te geven aan de Generaliteit. Dit alles gaf aanleiding- tot klachten van bevelhebbers over hunne verzwakte garnizoenen, tot verzoeken van stemhebbende steden en provinciën om terugzending of versterking, waaraan niet of slechts ten deele kon voldaan worden. Bovendien noodzaakten oorlogsgevaar op de kusten, zorgwekkende toe standen aan en nabij de landgrenzen meermalen tot aanzienlijke troepen verplaatsingen om de veiligheid van den Staat „tegen een subiten noot „van overval" te waarborgen (1). Ook deed het geval zich voor, dat ten gevolge van wanbetaling in schuld geraakte compagnieën belet werden om de stad voor een bevolen garnizoensverandering te verlatenzoo lang de schuldeischers niet voldaan waren. Dit overkwam o. a. aan de voor malige vaan kurassiers van prins Willem II, die van Breda naar Kadsant moest vertrekken; de ritmeester Buat verzocht aan Hunne Hoog Mo- genden „hem een middel te willen aenwijsen, hoe ende in wat maniere „de voorsz. compagnie met behoorlijck fatsoen van daer sal connen ge- „raecken". Hunne Hoog Mogenden konden aan de betaalsheereni.e. de Staten van Zeeland, slechts een aanmaning doen toekomen om aan hunne verplichtingen te voldoen (2). Als toelichting omtrent den toestand, waarin de musketiers na elf maanden verblijf aan boord waren geraakt, diene het volgende, 't Bleek in Augustus 1652 hoog noodig om hen door „versehe, versien van cle- deren tegens de winter" te vervangen. De admiraliteit van Amsterdam verzocht een paar maanden later aan de Sta ten-Generaal „nu de schepen „altsamen bij der hant sijn, ordre believen te stellen, dat die van hare „resorte, dewelcke tot noch toe geen musquetiers uyt de garnisoenen „becomen hadden, deselve ter plaetse daer te leggentoegesonden mocli- „ten werden, ten minste vijftien voor yder schip, ende dat de Capiteynen „uyt welckers compagnien die werden gelicht, werd aenbevoolen het volck „bij hun vertrek, met behoorlicke cledinge tegen den winter tijt te „versien, ende mannen te kiesen, die gesont ende bequaem sijn om te „vechten, daerin liaer E. somtyts groot gebreck vinden, sulex dat het „volck binnen scheepsboort met de soldaten ten opsichte van hare sobere „cledinge, siekte, ouderdom ofte dergelijcke onbequaemheyt verlegen „sijn, ende haer aen Landt wenschen, om haer gekerm en miserie niet „deelachtig te wesen". Holland bepaalde, dat de soldaten moesten voorzien worden van bolkvangers korte ruwe pijen van pressening- stof, een soort zeildoek kousen en bultzakken, (matrassen); maai de levering leed vertraging, zoodat de Staten-Generaal moesten aan dringen op spoedige verstrekking „opdat deselve van koude ende (1) Ros. S. G. 11 Juni, 11 Augustus, 28 September, 13, 19 November 1052, (2) Res. S. G, 18 Maart 1053.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 57