560 Onder dc officieren, die zich voor den dienst in het Staatsolie leger aanboden, trekken de aandacht Res. S. G-. 12 December 1070. Hertog Joachim Ernst van Slees- wijk Holstein door keurvorst Frederik Willem van Brandenburg aan bevolen tot het werven van een regiment te voet. Res. S. G-. 30 November 1671. Graaf Gustaaf Wrangel te Dantzig biedt aan om krijgsvolk in Staten-dienst te brengen. Vele officieren te Frankfort doen dergelijke aanbiedingen. Res. S. Gr. 23 Januari 1672. Martin de Manger biedt aan om een regiment vierroers te werven van 1500 man. Res. H. 23 Januari 1672. Prins Herman van Baden biedt zijne diensten aan. Seer. Res. S. G. 21 Maart 1672. Luitenant-Generaal Rabenhaupt be veelt Cornelis Bebber aan voor kolonel, zijnde „een kloeck ende sonder- „lirigh ervaren soldaat". Seer. Res. S. G. 18 April 1672. Isselsteyn, majoor der gardes van den hertog van Brunswijk—Cell wenscht belast te worden met een regiment der nieuwe werving. Seer. Res. S. G. 6 en 23 Mei 1672. De „poolse cavaljer Nimeritz" (of Niemeryt) biedt de levering aan van een regiment te voet of te paard. Seer. Res. S. G. 23 Mei 1672. Onderhandelingen met de Branden burgsche oversten Otto Wilhelm von Berlepsch en graaf Heinrich V van Reuss-Plauen. Res. S. G. 27 Juni 1672. Hendrik Saur, baron van Löwenmutli, te Bremen biedt de levering aan van een regiment infanterie van 1000 man. Ernstige pogingen werden aangewend om graaf Gerard van der Nath, gewezen luitenant van ritmeester Buat, te bewegen om zich met de werving van een regiment infanterie te belasten. Hij bedankte, omdat hij als keurvorstelijk Saksisch veldmaarschalk-luitenant zich niet met den rang van kolonel wilde vergenoegen (Res. S. G. 17 Februari, Secr. Res. S. G. 27 Februari, 23 Mei 1672; hij had in 1658 den Staatsoliën dienst verlaten, Res. Zeeland 21 September 1658). AANTEEKENING N° 39 (bladz. 265) (1). In 1668 bood Bodewijk Frans van Bonstetten aan de Staten van Holland in tijd van nood de levering van een goed getal Zwitsers. Hoewel de vrede tusschen Frankrijk en Spanje was gesloten, achtte men 't wenschelijk om 2 of 3 compagnieën Zwitsers aan te nemen tegen afdanking van een gelijk getal gewone compagnieën, de levering van (1) Vergelijk Aanteekening N° 30.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 580