578 vermeerdering van 35 man, onder opmerking dat 't was „ordinaris ge woonte ende gebruyck onder 's Lants Militie, dat de compagnie van „een succederende colonnel versterckt werde uyt de compagnie van een „colonnel die hij is succederende". Dit kon thans niet worden toegepast men stond voor de keuze tusschen de vermindering van zeven gewone compagnieën van 65 man elke met vijf man en een nieuwe werving van 35 man. Het talmen van Overijssel was oorzaak, dat pas in 1660 de compagnie van kolonel van Haersolte tot 100 man versterkt kon worden (Res. R. v. St. 21 November, 4 December, Res. S. (1. 8 De cember 1659, 22 Februari 1661). AANTEEKENING N° 51 (bladz. 487) (1). De kolonel d'Estrades, geboren in 1607, overleden 26 Februari 1686, aanvaardde op 4 October 1650tegen den wil van Hunne Hoog Mo- genden, de betrekking van Fransch gouverneur van Duinkerken. Hij diende in hetzelfde jaar als luitenant-generaal bij het leger onder maar schalk Du Plessis-Praslin hertog van Choiseul, in Vlaanderen. Meer malen vertegenwoordigde hij zijn vaderland bij de Republiek, deed in 1667 afstand als kolonel, doch behield het daaraan verbonden trakte ment. Zijn zoon Louis werd in 1672 als ritmeester vervangen door Nicolaas van Winteroy (Res. H. 16 Maart 1668, 18 Mei 1672). AANTEEKENING N° 52 (bladz. 489) (2). In de aanbeveling voor Ferdinand de Perponcher Sedlnitzky ter benoeming tot kolonel werd melding gemaakt, dat hij zich sinds 1643 in Staatschen dienst bevond, verder: „heeft mede onder de vrijwillighe „swemmers geweest onder de la Capellen ende voor de belegeringe „van Sas en Hulst in 't jaar 1646, als vendrich nae Brasil gegaen en „aldaer geweest in de bataille van Garapes en oock verscheyde andre „occasien" (S. G. Lias loopende 1665 dd. 23 October). AANTEEKENING N° 53 (bladz. 491) (3). Hertog Bernard van Sleeswijk Holstein schreef dd. 26 November 1672 uit Antwerpen aan Hunne Hoog Mogenden, dat hij „niet alleen „tot Groningen hem soodanich hadde gecomporteert als een Cavallier „toecompt, maer dat hij oock, om d'orde van Syn Hoocheyt te vol- „doen, het Leger met syn regiment gevolcht, ende oock verhoopt hadde (1) In de noot aldaar verkeerdelijk opgegeven als N° 40. (2) Ut supra N° 41. (3) Ut supra N° 42.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 598