579 „om verder geavanceert te werden, maer ter contrarie vernemende, „dat het tractement van Colonnel hem lieere hertoch niet werd toege- „staen ende syn regiment continuelicken gebruikt ende qualick betaelt „wert verzocht, dat daarin zou voorzien worden en „dat men „hem heere hertogh niet soude connen verdencken dat hy hiermede be- „hoorlyck affscheyt nam". Aangezien hij geen voldoening kreeg, vroeg de hertog in December ontslag uit den dienst. Een maand later ontving hij commissie als kolonel van een nieuw regiment en wel op den vroeger door hem afgelegden eed (Res. S. Gr. 30 November, 19 December 1672, Comm. R. v. St. 21 Januari 1673). AANTEEKENING N° 54 (bladz. 522) (1). Maria Elisabeth van Hohenzollern-Hechingen, markiezin van Ber gen-op-Zoom, overleed in 1671. Het markiezaat kwam nu aan haar dochter Henriëtte Franqoise, gemalin van Frederik Maurits II de la Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon. De hertog, van 16651668 kolonel der Staatsche cavalerie, begaf zich kort vóór het uitbreken van den oorlog' van 1672 naar Frankrijk, waar hij weldra in 's konings dienst trad; zijn echtgenoote bleef te Bergen-op-Zoom. Toen koning Lodewijk de in Frankrijk gelegen bezittingen van de Rijngraven Fre derik Magnus en Karel Florentin van Salm in beslag nam, ver kregen zij als wedervergelding de inbeslagneming van het markiezaat Bergen-op-Zoom met de heerlijkheden Borgvliet en St. Michielsgestel (Res. S. Gr. 5 April, 16, 23 September, Res. H. 21 September 1672). AANTEEKENING Nü 55 (bladz. 526) (2). De heeren van Wassenaer bleven meestal afwezig uit hun gouver nement. In 't laatst van 1665, toen een compagnie waardgelders het garnizoen kwam versterken, verlangde de kapitein, hoewel niet onder eede van de Generaliteit of' van Holland, de waarneming van het gou vernement, uitgeoefend door den vaandrig MaertenKip, te aanvaarden. Tot oplossing van de gerezen moeilijkheid zond men den kapitein met 90 waardgelders naar Steenbergen; de overigen kwamen met 1 sergeant, 1 korporaal, 1 tamboer en 60 soldaten uit Steenbergen te Willemstad in garnizoen (Res. S. G. 31 October, 5, 9 November, 'Res. R. v. St. 2 November 1665). (1) In de noot aldaar verkeerdelijk opgegeven als N° 4.3. (2) Ut. supra N° 44.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 599