5SG AANTEEKENING N° 56 (bladz. 527) (1). De burgerij, sterk 7 compagnieën van 150 man, mocht alleen bij een intocht van den keurvorst of van een der leden van het Huis van Oranje onder de wapenen komen als zulks ook door het Staatsche garni zoen geschiedde en dan hoogstens ter sterkte van 208 man (Res. S. G. 27 Mei, Res. R. v. St. 28 Mei, 7 Juni 1666). AANTEEKENING N° 57 (bladz. 528) (2). In 1659 was te Rees „seecker soldaet appointé, die om een quade „actie door ordre van den Burgemeester in den halsbant geseth ende daer „van gestorven". De magistraat, die geen recht over militairen mocht uitoefenen, verantwoordde zich „dat desen man, ghaende overal bedelen, „niet anders als voor een bedelaer is genomen, daerom in halsband, „staende binnen het gasthuis, gezet als een civile correctie". De Raad van State achtte de verantwoording voldoende en diende den compag nies-commandant een berisping toe (Res. S. G. 24 Juni, Res. R. v. St. 28 Juni, 14 Juli 1659). (1) Ut supra N° 45. (2) Ut supra N° 40.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 600