42
onderbevelhebbers overdekten zich met roemdoch enkele uit gunst
bewijs aangestelde kapiteins onttrokken zich schandelijk aan het gevecht.
De zee gesloten zijndemoest de kustbewaking op een beteren voet geregeld
worden. Holland kreeg beschikking over 9 compagnieën paarden onder
kolonel Jacob van Wassenaer-Obdam Zeeland over 2 compagnieën500
musketiers, getrokken uit 13 compagnieën, versterkten op het Hoofd
van Brielle de troepen onder kolonel Van der Does van Noord wijk.
Met musket of piek en houwer gewapende landzaten plaatste men als
kustwachten, terwijl een seininrichting met vuur- of andere teekenen
tot stand kwam. De veldmaarschalk Brederode, de kolonel Van Was
senaer-Obdam en de luitenant-generaal der artillerie Engelbert van der
Mijle brachten na gehouden inspectie een gunstig rapport uit over den
nieuwen toestand. Bij een poging der Engelschen tot landing op Texel,
zond Holland daarheen de 10 compagnieën van kolonel Van der Does,
200 musketiers uit Amsterdam en 12 veldstukkendrie compagnieën
vertrokken naar Enkhuizen, Huisduinen en de eilanden. De 500 mus
ketiers van Brielle kwamen te Hellevoetsluis onder bevel van Dur-
fort d'Autiège, die wegens ziekte door luitenant-kolonel Louis de Tail-
lefer, heer van Moriac, vervangen werd; de majoor van Dorp voerde
het bevel te Brielle; de compagnie garde te paard van Holland uit
Arnhem versterkte het garnizoen te 's-G-ravenhage. Slechte verstand
houding tusschen burgers en militairen maakte de verplaatsing van twee
compagnieën uit Texel en Vlieland noodzakelijk (1). In de opstelling-
kwam een ingrijpende verandering toen 850 van de 500 musketiers
onder Moriac en alle musketiers der 10 compagnieën van den graaf
van Hornes op de nieuw uitgeruste vloot werden gedetacheerd. Een
nieuwe vloot onder Tromp moest de zee weer vrij maken en den
vijand van de kust verdrijven; de bestaande toestand kon onmogelijk
langer geduld worden. Tromp liep met zijn vloot uit de Wielingen naar
zee, wist den Engelschman vóór Texel weg te lokken, zoodat Witte
Cornelisz de Witte, die daar opgesloten lag, zich met hem kon ver
eenigen. Op 8 Augustus geraakte Tromp slaags ter hoogte van Katwijk
„dat men 't bij Schevelinge conde sien"den volgenden dag bij Ter Heide
waar de Nederlandsche vloot zich nogmaals had te schamen over het
schandelijke gedrag van niet minder dan 24 zeekapiteins, wier lafheid
den strijd ten nadeele van den Staat deed uitvallen. De wakkere vloot
voogd verloor, door een musketkogel in het hart getroffen, het leven.
Niettegenstaande de behaalde overwinning moesten de Engelschen de
blokkade der kust opgeven: een bewijs, dat hunne verliezen niet gering
waren geweest. (2).
(1) Res. S. G. 17. 19, 21, 20 Juni, 8, 29, 01 Juli, 15 Augustus; Seer. Res. S. G. 10 Juli,
Res. R. v. St. 21, 23, 24, 26, 30 Juni, 28 Juli, Res. H. 14-18, 21, 22. 24, 28, 29 Juni,
2, 3, 5, 7, 21 Juli 1653.
(2) Res. S. G. 22, 29, 31 Juli, 11, 13, 21 Augustus, Res, R. v. St. 28 Juli, 10 Augustus
1658. Zie Aajiteekening N° 10.