57
Op den Ssten October kwamen beide partijen te Deventer vruchteloos
te samen. De meerderheid begaf zich naar Zwollebeide groepen noemden
zich nu Staten van Overijssel en vaardigden als zoodanig acten en be
sluiten uit. Zoo iets was tijdens het stadhouderschap nimmer voorge
vallen, ofschoon de stadhouder slechts geringen invloed op de regeering
uitoefende, zelfs niet gerechtigd was tot het verleenen van politieke of
militaire waardigheden. De meerderheid te Zwolle oordeelde de verkie
zing van een stadhouder den geschiktsten weg om tot oplossing der ge
schillen te gerakenden 14dcn October koos ze den jongen Prins van Oranje
tot stadhouder van Overijssel, prins Willem Frederik tot zijn luitenant.
Deze benoemingen waren olie op het vuur en maakten de tweespalt
nog grooter. De Staten te Deventer wapenden Twentsche- en Munstersche
boeren, ontsloegen een deel der gewone militie, namen ruiters en sol
daten in dienst en zonden bezetting naar Ootmarsum en Enschede (1).
Het volgende jaar riep de minderheid (Deventer) den bijstand in van
Holland; de meerderheid (Zwolle) wendde zich tot de Staten-Generaal en
zond deputaties naar de andere provinciën om deze van haar recht te
overtuigen. De Staten van Holland droegen het onderzoek op aan de
heeren van Brederode en Obdam uit de edelen, aan de vertegenwoor
digers van acht steden en den raadpensionaris de Witt: meerendeels
aanhangers van de anti-Oranje-partij. Toen alle pogingen tot verzoening
faalden, besloten Hunne Hoog Mogenden eenige heeren naar Overijssel
af te vaardigentrots hevig verzet van Hollandbewerende dat na schei
ding van den landdag te Deventerde oppermacht der Staten van Overijssel
aan de Staten-Generaal was vervallen. Holland toch vreesde dat een
bespreking in Overijssel kon leiden tot behoud van het stadhouderschap.
Deventer wilde de bemiddeling slechts aanvaarden als de andere partij
hare besluiten introk „ende specialick ende boven all de pretense electie
„van een Stadthouder en Capiteyn-Generael met den aencleven van dien"
vernietigde. Dientengevolge bleef de bestaande toestand vooreerst on
veranderd. Prins Willem Frederik deed op 27 October 1655 zijn intocht
als luitenant-stadhouder te Kampen, hield een maand verblijf te Zwolle,
doch zag de onmogelijkheid in om de jongst verworven waardigheid
te handhaven en nam daarom zijn ontslag (2). Met Johan de Witt ont
wierp hij een reglement van verzoening, hetwelk beide partijen bij samen
komst op 10 Mei 1656 verwierpen; het volgende jaar kwamen zij, als
gevolg eener haven-accijnsheffing door den magistraat van Hasselt, nog
scherper tegenover elkander te staan. De luitenant-kolonel Arent Jurrien
van Haersolte sloot op 24 Mei met de garnizoenen van Zwolle en Kampen
het stadje van alle zijden inliet het uit vier batterijen door Hessische
(1) lies. H. 18, 2September, Res. S. CL 1, 5, 20 October 1654.
(2) Res. H. 20 Maart, 11 Mei, 23 Juli, Res. S. G. '2, 10 April, 2 Juli29 September
11 18, 16, 18, 26, 30 October, Res. R. v. St. G November 1655.