71 Magnus van Salm, ontving opdracht om de cavalerie te inspecteerenvoor zich te laten exerceerenna te gaan of de officieren present warenpaarden en wapenen zich in goeden staat bevonden, 't Bleek al spoedig, dat som mige provinciën zich niet hadden ontzien om andere dan de door den Baad van State aangewezen compagnieën te verplaatsenzonder den Baad daarmede in kennis te stellen (1). De gedeputeerden van de Staten-Generaal kwamen op 4 October te Ahaus; de bisschop ontving hen beleefd, doch bedankte voor elke tus- schenkomst, onder opmerking dat de Republiek niets met de inwendige zaken van het Duitsche Rijk te maken had. De bisschop zette het beleg van de stad voort en liet ze met gloeiende kogels beschieten, hopende daarmede de burgerij in opstand tegen den magistraat te brengen. De gedeputeerden vertrokken naar Steinfurt. Hunne Hoog Mogenden be sloten eenige infanterie naar de „uytterste frontieren" in de richting van Munster te zenden. De Raad van State wilde daarvoor 16 compagnieën van 50 en 12 compagnieën van 65 man bestemmen, te samen uitbren gende 1580 man; wegens verschillende detacheeringen, ook omdat vele provinciën in strijd met de bepalingen de appointés onder de sterkte meeteldenviel voormeld getal niet te bereiken. Hoewel de Raad van State 't best omtrent militaire zaken kon oordeelen, wilde de Staten- Generaal slechts 20 in plaats van 28 compagnieën aanwijzen, mits die van 60 man met 15, die van 50 elke met 18 musketiers versterkt werden; het geheel onder twee majoors. De Raad kwam daartegen met volle recht in verzet. Er bestond geen formatie van compagnieën ad 60, wel ad 65 man; do vermeerdering van musketiers zou de versnippering en vermenging der compagnieën nog meer in de hand werken en de geregelde soldij-betaling onmogelijk makende aanstelling van twee majoors met gelijke opdrachten moest aanleiding geven tot „disordre door „jalosie". Wilden Hunne Hoog Mogenden hunne goedkeuring aan de voorgestelde regeling der 28 compagnieën onthouden, dan ware 't verre te verkiezen om 1000 man „gecommandeerd volk" bijéén te brengen (2). Het verschil van zienswijze behoefde niet te worden opgelost, aange zien de Republiek besloot om de stad Munster gewapenderhand te onder steunen, waartoe te Grol eenige groepen samen kwamen, namelijk: 14 compagnieën cavalerie; 58 compagnieën infanterie (80 compagnieën van 6520 van 503 van 100 man)3250 manvoor twee-derden musketiers, een-derde piekeniers 6 veld- of kamerstukken van 12 dt. Als reserve kwamen of bleven 6 compagnieën te Bredevoort, 10 te (1) Res. R. v. St. 23, 24, 26 September, 6 October, Res. S. G. 26 September 1657. (2) Res. S. G. 5, 8, 10 15 October, Res. R. v. St. 12, 14 October, Res. H. 17 October, Secr. Ros. H. 19 October 1657. In verband met de laatste zinsnede valt op te merken dat de sterkte der 28 compagnieën met 1580 man op papier, in werkelijkheid niet veel meer dan 1000 man kan bedragen hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 91