Deventer, 12 te Zutphen, 8 te Grol, te samen 36 compagnieën (17 com pagnieën van 65, 13 van 50, 6 van 100 man), 2355 man: een sterkte hoewel slechts op papier voldoende geacht om „geen „affront voor den Staedt te vreesen". Het geheel kwam onder bevel van den Rijngraaf van Salm als „opperhoofd van de militie tot de „expeditie ende na de naest grenzende frontieren van Munster"; de cavalerie onder de kolonels Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk, Anthony van Haersolte, graaf Herman Frederik van den Berg en Joachim de St. George, heer van Verneuil; de infanterie onder kolonel Eustachius Puchler de luitenant-kolonels Arent van HaersolteMaxi- milien de Beringhen, heer van Arminvilliers en Thomas Dolman. De begrooting van onkosten beliep 25.000 (1). Alvorens verder te gaanwilden de Staten-Generaal nogmaals den weg van bemiddeling inslaan. De gedeputeerden te Steinfurt kregen der halve opdracht om zich naar Munster te begeventerwijl „om alle verdere „cleynicheyt te vermijden, de gemelte Heeren Gedeputeerden van desen „staet met een suffisant convoy onder 't beleyt ende commando vanden „Heer Rhyngrave, Commissaris-Generael vande Ruyterie van desen Staet „binnen de voorsz. Stadt geconduiseert ende allenthalve geappuyeert „sullen worden". De bemiddeling verviel aangezien de bisschop en de stad op reeds 21 October met elkander waren overeengekomen. Toch moesten de gedeputeerden hun reis volbrengen om den bisschop en den magistraat geluk te wenschen, tevens zich op de hoogte te stellen van den aard der verzoening; zij keerden in het laatst van November te 's-Gravenhage - terug (2). Later deed de bisschop zijn beklag, dat 50 ruiters onder een luitenant „sonder sijne kennisse ende consent, oock soo hij vertrouwt „buyten kennisse van Hare Ho. Mo. int Stift van Munster waren geweest „ende geconvoyeert hadden de Gedeputeerden der Stadt Munster naer „deselve Stadt, met versoeck dat hare Ho. Mo. de voorschreve Ruyters „daer over souden willen doen straffen". Hunne Hoog Mogenden konden moeilijk tot straffen overgaan, want het geleide was werkelijk door hen bevolen (3). Intusschen kwam de Rijngraaf te Grol, zonder de aldaar bescheiden troepen aan te treffen. De oorzaak lag deels bij de Staten van Overijssel die, om noodelooze uitgaven te sparen, eenige te Zwolle uit andere provincies aangekomen compagnieën wegens de wending der Munster- sche zaken hadden opgehouden. Zij ontvingen een scherpe terecht- (1) Res. S. G. 15, 21 October, Seer. Res. S. G. 22 October, Res. R. v. St. 15, 20 22 Oc tober Coram. S. G. 20 October 1657. Het mindere personeel voor de treinen moest nog worden aangewezen. Alleen de bagage-trein van de officieren vorderde 95 wagens onder 4 conducteurs. (2) Seer. Res. S. G. 20 October, Res. S. G. 27, 29 October, Res. R. v. St. 30 October, 29 November 1657. (3) Res. S. G, en Res. R. v. St. 16 Mei 1658,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 92