75
betaling en van allerlei belastingen (1). Oude, verminkte soldaten en
appointé's behoorden niet in de sterkte te worden begrepen.
i. t Ware wenschelijk den verkoop van goede, gedresseerde paarden
door de ruiters streng te verbieden.
k. Bij de cavalerie diende de korporaal te worden belast met toezicht
op het onderhoud en de voeding der paarden zijner ruiters, waartoe hij
althans eenmaal s weeks de stallen moest bezoeken. De ruiters dienden
minstens tweemalen per week hunne paarden te berijden om ze te
dresseeren en „van schouwichey.t te ontwendigen". De korporaal moest
den ruiter onderwijzen in het gebruik van hand- en vuurwapenen. Voorts
behoorden de ruiters in tegenwoordigheid van den luitenant of den kornet
te worden geoefend in het sluiten, zwenken, rechts en links omkeert
maken hunner .gelederen en verdubbelen der rijen. De ritmeester diende
de compagnie eens per maand te laten opzitten en te oefenenopdat de
tioep „met meer faciliteyt kan wenden, swenken en draijen sonder de
„minste confusie".
I. Bij de infanterie moesten de noodwendige evolutiën van wendingen
formeeren van rijen en gelederen worden beoefend. Voor de exercitiën
dei piekeniers en musketiers stelde de Raad de woorden van commando
vast.
In plaats deze nuttige zaken „tot redres der Militie" onverwijld in een
resolutie of bevel af te kondigen, moesten ze alvorens aan het oordeel,
de bedenkingen, ten slotte aan de goedkeuring der souvereine bondge-
nooten worden onderworpen. Dezen troffen meermalen besluitendie alleen
binnen de eigen grenzen voor uitvoering vatbaar waren, zoodat de ver
scheidenheid van bevelen betreffende een zelfde onderwerp nog toenam en
de pogingen van den Raad van State om eenheid te bevorderenfaalden.
De Staten van Holland antwoordden uitvoerig op bovenstaande voor
stellen, doch ontzagen zich niet tegelijkertijd afwijkende besluiten te
treffen (2)
ad de punten a en b, achtten zij de bezwaren betreffende de patenten te
ondervangen door de gedeputeerden ter Generaliteit te machtigen om
de provinciale patenten namens de lastgevers te onderteekenen
ad e, vonden zij goed om bij aanstellingen alvorens het advies dei-
kolonels in te winnen;
ad zouden zij streven naar een betere regiments-indeeling der com
pagnieën te hunner repartitie;
ad g, moest voortaan bij benoemingen worden gelet op reeds bewezen
dienstenverrichte kloeke dadenenz.te jeugdige sollicitanten zouden niet
in aanmerking gebracht wordenals: voor ritmeesterbeneden negentien-,
(1) Van het toch al zwakke garnizoen te Brielle, hetwelk ook do oorlogsschepen te Helle-
voetsluis had te bewakendeserteerden aanhoudend soldaten of eischten zy hun ontslag
terwijl zü hunne schulden niet betaalden (Res. H. 29 Maart 1658).
(2) Eed. H. 5 April 1658,