91
op de Krijgsschool voor de Indische officieren zijn thans
dezelfde als die, vermeld in het „Recueil Militair" van
1876 voor de officieren van het Nederlandsche leger.
Hier kan men de eerste fout aanwijzen van die oplei
ding. Hoe zij nu verder zal plaats hebben voor de
Indische officieren, is nog onbekend. Is de verdere
opleiding aan de Krijgsschool dezelfde als die voor de
officieren van het Nederlandsche leger, dan staat ze aan
eene gegronde kritiek bloot. Het in Indië uitgevon
den denkbeeldom de toekomstige stafofficieren eene
opleiding in Nederland te geven, heeft daarom eene
grootere beteekenis dan wellicht vermoed wordt.
Het besluit der regeering in Nederland, die dat denk
beeld tot het hare maaktezal dan ook voor de toe
komst van den Indischen Greneralen staf zulk een ingrijpen
de maatregel zijndat deze m. i. met alle kracht moet
worden bestreden, niet alleen omdat een dwaalbegrip
er de basis van is, maar ook omdat het belang van
het Indische leger er door wordt geschaad.
Geschaadvraagt men wellicht? Ik antwoord daarop:
Ja. Na eene hoogst gebrekkige organisatiewelke nog
drie jaren heeft geduurd, gaf de Indische begrooting
voor 1877 nog geen uitzicht op eene definitieve regeling
van den Indischen Generalen staf. De papieren Staf
school was intusschen verdwenen. Na drie jaren tobbens
was men tot de gewichtige ontdekking gekomen, „dat
de werkelijk zeer afmattende inspanning van den geest"
zoo als de minister van koloniën zeide „die men
moet vorderen van instructeurs en leerlingenbeter in
een koel klimaat dan in de tropische luchtstreek op den
duur kan worden volgehouden."
oor de inrichtingen van middelbaar onderwijs in Indië
was zulk eene verklaring van den minister niet zeer be
moedigend. Soerabaja, Samarang, Padang, Makassar,