99
staf de kweekschool moet zijn van de aanvoerders, en
deze niet te bejaard mogen zijn (zie Monitor, blz. 159-167).
Overgangsbepalingen. Ofschoon rekening houdende met
de bewezen diensten, moet men echter elk officier uit
den generalen staf doen verdwijnen, die niet meer het
heilig vuur, de geestkracht of de lichaamskracht bezit
welke daarbij noodig zijn. In een leger moet men steeds
hen op den voorgrond plaatsen, die bijzondere militaire
deugden bezitten.
Een wet op den generalen staf is dus een wet voor
de leiding der legers. Zij is wellicht de belangrijkste
van alle militaire wetten, en kan niet te veel van nabij
bestudeerd wordenzij eischt hiervoor een ernstig beroep
op het gezond verstand en de rede."
Bladz. 176. De legereer pleging als onderdeel der staf-
wetenschap. Voor de verpleging van zieken en gekwet
sten raadplege men het werk van Dr. J. C. Chenu: „De
la mortalité dans l'armée et des moyens d'éconoiniser la
vie humaine."
Bladz. 176, de noot. De literatuur over de Generalen
staf. Twee nieuwe werken over stafdienst verdienen de
aandacht
a. Bronsa.rt von Schellendorff, „Der Dienst des Ge-
neralstabes"en
b. Baron Lahure, „Direction des Armées. Notes sur
le service des Eiats-major en temps de paix et en
campagne".
Bladz. 180. De Stafschool, geene Krijgsschool. De
door Monitor voor de Indische Stafschool ontworpen be
palingen zijn op de leest geschoeid van die voor de toen
malige Stafschool in Nederland. Die inrichting was na-