107
C. E. Van Daalen. Hij was de ziel van het bureau
voor de krijgstoerustingen op Sumatradattot stand
gekomen door liet initiatief van den generaal Verspyck,
spoedig zou toonén watzelfs met zeer. gebrekkige
hulpmiddelenenergie nog vermag te doen. Sommigen
mogen uit onwetendheid glimlachend hebben ge
sproken over de vorming van die soi- disant Atjehsche
staf-officieren van 1873; niet aan hun goeden wil en
ijver heelt het ontbroken, om eeuigszins te vergoeden, het
geen, door de opvatting van plichtbesef, der toenmalige
ministers van koloniënaan het Land groote nadeelen
heeft berokkend.
Bladz. 192. De organisatie van den Generalen staf.
Reeds meermalen heeft het Indisch militair tijdschrift
de aandacht er op gevestigd, dat bij de tegenwoordige
organisatie het doelmet den Generalen staf beoogd
niet bereikt kan worden. Deze meening had niet beter
bewijs kunnen erlangen dan door de sedert opgedane
ervaringdat de Generale staf steeds vreemd is gebleven
aan den stafdienst in Atjehdie dienst is bij voortduring
in handen gebleven van a la suite gevoerde infanterie-
officieren.
I rouwenszelfs de bestaande organisatie is nog niet
volledig tot uitvoering gekomen. Het hoofdbureau is
tot nu toe (Januari 1878) nog steeds incompleet geweest
ofschoon zijne formatie naar onze meening veel te be
krompen was. Het gevolg hiervan is, dat, althans voor
zoover het groote publiek een oordeel kan uitspreken
de Generale stal tot dus verre nog weinig invloed op
de deugdelijkheid van het leger gehad heeft, en dat
uocli in organisatorischennoch in tactisch-strategischen,
noch in politieken zin veel is gewrocht dat men van be-
teekenis kan achten. Bij de tegenwoordige samenstelling