126
aan de andere landschappen vroeger gesteld waren. De
adsistent-resident begaf zich nu naar Kotta Radja, om
van den militairen en civielen bevelhebber (f) nadere
instructiën te vragen. Naar Simpang Olim teruggekeerd,
overhandigde hij (11 December) aan de eerste hoofden
ketoea's een ultimatum voor den radja., waarin aan dezen
de keus werd gelaten om binnen 24 uren naar Atjeh
te gaan of vervallen te worden verklaard van zijn gezag.
De ketoea's kwamen den volgenden dag het bericht brengen,
dat de radja naar het binnenland gevlucht was. Daarop
werd Toekoe Moed a Nja Malim van zijn gezag ver
vallen verklaard, en werd aan de ketoea's, op hun ver
zoek, vergund een anderen radja te kiezen.
Als zoodanig is vervolgens erkend een der ketoea's
Toekoe Nja Lamkotta. In zijne acte van onderwerping
zijn verscheidene bepalingen opgenomen, die niet voor
kwamen in de verklaringen, welke bij de onderwerping
van andere landschappen waren gevorderd Ook heeft
hij zich verbonden aan het Gouvernement de schatting
hassil radja te betalen, die vroeger aan de Sultans van
Atjeh werd opgebracht, namelijk een kwart dollar per
uitgevoerden pikol peper. Den 5den Januari werd de
nieuwe radja beëedigd; den 7den werd de blokkade van
Simpang Olim opgeheven.
(i') Toen reeds de genera al-majoor Diemont. Deze had zich, op
zijne reis van Batavia naar Atjeh, korten tijd ter oostkust opgehouden,
waar juist de operation tegen Tandjong Semantoh begonnen waren.
De nieuwe bepalingen betroffen in hoofdzaakhet recht van het
Gouvernement om belastingen tegen schadeloosstelling over te nemen,
om pachten in te voeren, om ambtenaren en troepen te vestigen, om
vreemdelingen onder rechtstreekseh gezag te nemenvoorts de verplichting
van den radja om afstand van grond voor ondernemingen en invoering
van nieuwe belastingen afhankelijk te maken van de goedkeuring van
het Gouvernement, en om misdadigers uit te leveren; eindelijk de
afschaffing van slavernij en van verminkende straffen.