131 Sultans of hunne afgevaardigden verblijf hielden wanneer zij de onderhoorigheden kwamen bezoeken om schatting te heffen of zaken te regelen. Deze tanah radja was de aangewezen plek voor eene vestiging van het Gouverne ment, dat in de plaats der Sultans getreden was. Daar zouden ook onze ambtenaren voor de hoofden uit de verschillende kuststaten beter toegankelijk zijn dan te Pedir, waar niet licht een bezoek zou ontvangen worden uit landschappen (als bijvoorbeeld Gighen), die tijdelijk of bij voortduring met Pedir in onmin waren. Mitsdien werd besloten, het etablissement te Pedir geleidelijk (ten einde den radja geen aanstoot te geven) een weinig oostelijk te verleggen naar Seglien te beginnen met het bezetten van de tanah radja door troepen uit Atjeh. Daartoe werd den 24sten Februari jl. eene ko- lonfie bij Koerong Ryah ontscheept, die, begeleid dooi den adsistent-resident ter noordkustlangs het strand naar Pedir en Segli zou marcheeren, om tevens te onder zoeken of ergens tusschen Koerong Ryah en de hoofd plaats Pedir wellicht een punt te vinden was, welks bezetting ons in staat zou kuunen stellen, den uitvoer van levensmiddelen van Pedir voor onze vijanden volkomen te beletten De kolonnedie langs de kust vergezeld werd door twee oorlogschepen en een transportschip dat haar van vivres en drinkwater voorzag, ondervond geenerlei tegenstand gedurende haren marsch van vijf dagen langs een aantal goed bevolkte kampongsen bezette Segli den 28sten Februari. Tusschen Koerong Ryali en Pedir werd echter geen post achtergelaten. Men vernam namelijk, dat de communicatie tusschen Pedir en Groot-Afjeh nagenoeg uitsluitend langs liet strand plaats heeft, omdat de weg over het gebergte zeer moeielijk is, 44 maal door dezelfde rivier voert, en bij eenigen regen onbruikbaar worde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 142