5 door de vijandelijke liniën heen gebroken waren en den volgenden dag weder niet belangrijke aanwijzingen terug gingen, kwamen deze tijding bevestigen. Men ontveinsde zich echter de moeielijkheden niet van hetgeen nog te verrichten viel. De Sepoys hadden toch alles voor een geduchten tegenweer in gereedheid gebracht, en er moesten nog stroomen bloeds vloeien alvorens het doel bereikt zou zijn. De nieuwe opperbevelhebberSir Colin Campbellhad sedert zijne aankomst te Calcutta geen tijd laten ver loren gaan 0111 van alle militaire krachten de meest mogelijke partij te trekken. De aankomst der voor de expeditie naar China bestemde troepende inneming van Dehli, welke aan een groot gedeelte van het leger de handen vrijliet, begunstigden zijne pogingen, en i 11 den loop der maand October waren de troependie het werkdoor Havelock begonnenzouden ten einde brengen, te Cawnpore vereenigd. Den 30en October trok de expeditie den Ganges over en 4 dagen later, nagenoeg zonder den vijand ontmoet te hebben, bevond zij zich bij den Alambagh. Den 9en November kwam Campbell eerst bij de troepen aan, daar hij door dienstzaken te Calcutta terug gehouden was. Hij had niet zonder bezorgdheid Cawnpore verlaten, daar dit door het kontingent van Gwalior, hetwelk te Calpi gekampeerd was, werd bedreigd. Doch het ontzet van Lueknow ging voor alles, en 11a aan den ge neraal Wyndham een genoegzame macht achtergelaten te hebben 0111 Cawnpore te beschermen, vertrok hij tot ver lossing der bedreigde stad. De nieuwe expeditie bestond uit 4700 man met 32 stukken geschuthieronder bevond zich de landingsdivisie van het oorlogsfregat de Shannon onder bevel van den kapitein W. Peel, waardigen zoon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 16