164 wonderen dat in een land van veelwijverij de adoptie cene groote rol speelt in de erfopvolging der vorsten, tocli is de geschiedenis daar, om te bewijzen, dat de harem niet het voortdurende bezit van den troon aan dezelfde faniiliën waarborgt. Onder de vorstelijke geslachten van Indië zijn er weinig, die hun tegenwoordigen stamboom niet te danken hebben aan het denkbeeldige vaderschap der adop tie. Onder de Mogolsche keizers had dit tot gewoonte ge worden stelsel niet zelden groote moeilijkheden in de erf opvolging ten gevolge gehad. I)e Compagnie duldde deze gewoonte, zoolang dat met hare belangen overeenkwam, doch in 1849 kregen andere begrippen de overhand, niet tegenstaande de krachtige en onbaatzuchtige vertoogen van eenige hooggeplaatste Indische ambtenaren. Bij ge breke van rec.htstreeksche en wettige erfgenamen eigende zich het gouvernement in 1S49 in Midden-Indië het vor stendom Sattara toe, een nalatenschap van den grooten Sivaji; in 1853, bij den dood van Ragoji Bonsla, evenzoo de landstreken van ÏTagpore, en omstreeks denzelfden tijd, bij den dood van Gangadhar Ran, de domeinen van Jansi, van Sambalpore, enz. enz. Het vorstendom Kerowli was gelukkiger en ontkwam door den ouderdom van zijn koninklijke stamhuis aan de algemeene naasting der landen. Deze stelselmatige aanvallen op het meest ingewortelde godsdienstige vooroordeel van het volk wekten misschien meer misnoegen op dan wanneer de Europeesche overweldi ger, zonder eenige andere beweegreden dan het recht van den sterkstede vorsten bij hun leven van hun staten had beroofd. Bovendien namen niet alle maharadja's, radja's en voorname hoofden met dezelfde berusting als Scindia en Holkar de vergulde doch zware ketenen aanwelke hun nieuwe heer hun oplegde. Eonigen hadden met een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 175