170 als die van Cawnporede gevangenen werden met dezelf de wreedheid tot den laatsten man vermoord. Den 28en Mei kwam de brigade van Jfacirabadbe staande uit eene inlandsche batterij en het 15e en 31e regiment van het Bengaalsche leger, in opstand en sloeg, na het station te hebben geplunderdden weg naar Dehli in. Het le regiment lansiers van het leger van Bombay te Macirabad in garnizoen, beschermde den aftocht van de Britsck-Indische officieren, zonder evenwel met kracht tegen de opstandelingen op te tredenzoodat deze slechts geringe verliezen leden. De gevolgen van deze scher mutseling waren echter minder ernstig dan verwacht kon worden. De belangrijke vesting Ajmir, waar zich de landskassen en een-goed voorzien tuighuis bevondenviel niet in handen der opstandelingendoordien men tijdig de twee kompagniën van het 15e regiment, die er in garnizoen warenhad doen vervangen door een plaatse lijk bataillon. Den 3en Juni sloten een batterij inlandsche artillerie, het 72® regiment van het Bengaalsche leger en het 7° regiment van het kontingent van Gwalior, te Himach in garnizoen, zich bij den opstand aan. Het legioen of kontingent van Joedhpore trachtte, na zijn Europeeschen staf weggejaagd te hebbenhet station van Mont-Aboe te verrassen, alwaar verscheiden Europeesche familiën eene schuilplaats gevonden haddeneene onder neming welke evenwel door de heldhaftigheid van dertig- zieke soldaten, die in het hospitaal waren opgenomen, werd verijdeld. De opstand van het 52e regiment te Jabbalpore ging vergezeld van eene merkwaardige brief wisseling. Dit korpsna in zijn geheel gedeserteerd te zijn, richtte aan den kolonel een brief, waarin de deser teurs na aan dien hoofdofficier de eernamen van „heer der grootmoedigheid en parel van de eeuw" gegeven te hebben, verklaarden, alleen de vlucht genomen te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 181