175
niet alle militaire instellingen over. Onder de regimenten
van don Hizam bevonden zich twee bataillons, uit vrouwen
bestaande en door vrouwen aangevoerd, die door de Fran-
sche hoffelijkheid waren betiteld met den naam van
zaffar palthans (overwinnende bataillons). Deze amazones
te voet waren voornamelijk bestemd om den harem en
het inwendige van het paleis te bewaken. Het was geen
zeldzame verschijning, zegt een reiziger, in de galerijen
een schildwacht aan te treffeneen geweer in den eenen
en een zuigeling in den anderen arm, of wel een, die,
op den grond gehurkt, met ontbloote borst nog gewichtiger
moederplichten vervulde.
In 1857 waren al deze overblijfselen van den goeden
ouden tijd verdwenen en bestond het kontingent, dat de
kern van de militaire macht van den Mzam uitmaakte,
uit 4 regimenten kavalerieelk van 600 ruiters8 regi
menten voetvolk, van 800 man elk, en vier batterijen
artillerie. Het kontingentdat steeds op voet van oorlog
werd gehoudenonderscheidde zich voornamelijk door
zijne kavaleriewaarvan de uit Dekan afkomstige paarden
tot het beste ras uit Indië behoorden. De Britsch-Indi-
sche staf, die in dienst van den Nizam was, bestoud uit
84 officieren en 30 onderofficieren en werklieden.
Bij het begin van den opstand had een nieuwe vorst
den troon van Haïderabad beklommenmet name Azaf
Uddaula, die eenige maanden te voren (Maart 1857) zijn
vader, Nacir Uddaula, was opgevolgd. Gelijk alle troons-
opvolgers van het Oosten was deze vorst ten eenemale
vreemd aan de staatszaken gebleven. De hardvochtigheid
van Lord üalhousie, die in 1852 ter betaling van den
schulden van :s prinsen vader den afstand van drie be
langrijke distrikten van het koninkrijk gevorderd had,
kon hem evenwel niet onbekend gebleven zijn. Bovendien
was hij zeer godsdienstig en geneigd om zich van fakirs,