177 bare troepen naar de Bengaalsche provinciën gezonden, zoodat de hoop op een spoedige hulp tot de verbeelding behoorde. De tijding van de inneming van Dehli door de opstan delingen van Meerut kwam eerst lang daarna te Haïde- rabad aan, doch veroorzaakte onmiddellijk eene hevige gisting onder de bevolking. Den 27en Juli trachtten ee- nige benden geestdrijvers, geleid door een bekenden ban diet, Toera Baz Klian genaamd, zich van de residentie meester te maken, doch zij werden daarin verhinderd door de goede maatregelen, welke de militaire autoriteiten ge nomen hadden, en door de trouw van eene batterij van het kontingent, die onmiddellijk haar vuur op de aanval lers opende. Dit eerste voordeel deed de hoop herleven, en deze bleek geen ijdeie te zijn. De benden huurlingen, die tevreden waren met eene geregelde betaling en dus geen belang hadden bij eene verandering van zaken, steun den kloekmoedig het gezag. De bekwaamheid van Salar Yang en de lijdelijke getrouwheid van den Nizam slaag den er in, iedere ernstige krisis te bezweren tot den dag, waarop het Europeesche gezag door het instorten van den geïmproviseerden troon van Dehli weder geheel hersteld was. Het kontingent van Haïderabad was niet geheel onge voelig gebleven voor den invloed van den opstand. Den 13en Juni had het 1° regiment ongeregelde kavalerie, te Aurangabad in garnizoen, geweigerd te velde te trekken. Door de voorzichtigheid der officieren slaagde men er in. den troep in bedwang te houden, tot de aankomst te Au rangabad van een klein legerkorps onder bevel van ge neraal Woodburn, door Lord Elphinstone van Bombay, met opoffering van eigen veiligheid, naar het tooneel des strijds afgezonden. De kolonne van generaal Woodburn, bestaande uit eene

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 188