178 Europeesche batterij en 2 eskadrons van het 14e regiment dragonders van het koninklijke leger, was meer dan vol doende om zonder slag of stoot aan het gevaar een einde te maken. Hot gebeurde echter niet alzoo: de ontwapening der rebellen, met lauwheid ondernomen, mislukte, en de muiters kozen het hazenpad vóórdat men besloten had, van de artillerie tegen hen gebruik te maken. Ee- nige dagen daarna legde de generaal Woodburn om rede nen van gezondheid zijn kommando neder en werd hij ver vangen door den generaal Stuart, van het leger van Bom bay. De tijd was kostbaar; in de eerste plaats moest men het garnizoen van Mhow ter hulp snellen, vóór dat door de regens de rivieren gezwollen en de wegen on bruikbaar geworden waren. Het geluk diende Stuart, niettegenstaande het jaargetijde reeds ver gevorderd was, en den 2en Augustus was de verlossing van Mhow een voldongen feit. Het regensaizoeu trad in het begin van Augustus in, en belemmerde den voortgang der militaire werkzaamhe den. De tijd van rust werd dienstbaar gemaakt aan het voorbereiden van den aanstaanden veldtocht tegen midden- Indië. Het ontzet van Mhow legde een goeden grond slag voor de verdere operatiën, en het was van het hoogste belang, dat station tegen de ondernemingen des vijands te verzekeren. De vestingwerken van het oude fort wer den aanzienlijk vermeerderd. De telegraaflijnen en de postdienst werden hersteld en verzekerden de gemeen schap met de kust. Eindelijk trachtte men zooveel mogelijk karren, trek dieren en koelies te verzamelen. Tegen het einde van het regensaizoen, in het begin van October, was de kleine legermacht van Stuart geheel gereed om tegen den vij and op te trekken; maar ofschoon men het 86° regiment van het koninklijke leger en eene groote kolonne van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 189