187
staud op Java aan dan die, welke door de paardenhande-
laren in veiling worden gebracht. Daardoor verrichten de
op Soemba zelf aangekochte paarden eerder, beter en lan
ger dienst dan de andere categorie. Dit onderscheid laat
zich eindelijk verklaren doordien de kommissie, op haren
goeden naam prijs stellende, geene andere dan aan de
strenge eischen van het gouvernement voldoende paarden
aankoopt, en niets zal verzuimen wat tot het welzijn der
dieren kan strekken; terwijl de alleen op winst beluste,
naar Java vertrekkende paardenhandelaars meer zullen
letten op de zoogenaamde „goede teekens' dan op den
bouw en het karakter der paarden, omdat die teekenen
bij het leeken-element meer gelden dan laatstgenoemde ei
genschappen. Ook treft men bij de paardenhaudelaars,
die deze dieren zuiver als koopwaar beschouwen, niet die
liefde en dat medegevoel voor een paard als bij de tot
de kommissie behoorende militairen. Deze stallen het
paard behoorlijk en volgens de bekende regelen aan boord.
Doch de in den natuurstaat en in volle vrijheid levende
paarden van Soemba worden door de paardenhandelaars
ongevangen, met geweld naar boord gebracht, daar bij elk
ander gebonden en meer aan hun lot overgelaten, waar
door zij armoede en ellende, soms mishandelingen, onder
gaan en daardoor in een deerniswaardigen toestand op
Java aankomen, met al de teekenen der geleden marte
ling. Deze neemt eerst een einde, nadat op den dag der
vendutie de een of ander would-be paardenkenner, met een
rotan gewapend, de hoedanigheden van het paard wil on
derzoeken door op het met een doeristang opgetuigde dier,
dat reeds lichamelijk en moreel ondermijnd is, de bewij
zen zijner rijkunst ten toon te spreiden. Wat de gevol
gen hiervan zijn, is bekend. Door de ruwe behandeling
sterven reeds eenige paarden gedurende het transport naar
Java; anderen volgen dit voorbeeld voor dat de vendutie