195
op te richten remontedépötdan geloof ik niet ver van de
waarheid te zijn met te beweren, dat, reeds bij hunne
aankomst bij de korpsen, de waarden als oorlogspaard
van de drie hier bedoelde elementen zich zullen verhou
den als GB Y 11|2.
Er is hier sprake geweest van de waarde als oorlogs
paardd. i. dus de militaire waarde der paarden, be
komen volgens de stelsels G, B en V. Eene andere
waarde is de financieele waardewelke hier niet buiten
beschouwing mag blijven. De remonteprijs voor de op de
vendutién op Java aangekochte paarden bedraagt in maxi
mum f 260. Was nu de financieele gelijk aan de mi
litaire waarde, dan zou de prijs voor de op Soemba op
de tegenwoordige wijze aangekochte paarden gemiddeld
f 390, tot de aankomst bij het korps bedragen. Is het
remontedépót op Soemba eenmaal tot stand gekomendan
zou naar dien maatstaf de prijs van elk daarvan verkre
gen remontepaard gemiddeld niet meer dan f 520 bedra
gen tot aankomst bij het korps. Laat nu eens de prijzen
voor de drie hier bedoelde kategorien van paarden zich
verhouden als 260: 390: 520, wat zou dan nog hieruit
zijn af te leiden? Dat de verhouding van de militaire
de financieele) waarde aangeeft, dat het leger even
lang dienst zal hebben van 100 paarden a 520 van een
remontedépót op Soemba, als van 150 paarden a ƒ390,
nu en dan door eene kommissie op Soemba aangekocht,
en van 200 paarden, a f 260 op de vendutiën op Java
verkregen.
Hoe meer nu de militaire waarde der paarden toeneemt,
hoe meer eene daling zal zijn te bespeuren van hetjaar-
lijksch remontecijferhoe beter de specifieke aanvulling,
hoe beter het algemeen gehalte, hoe minder suppletie.
Nu is het duidelijk, dat men er naar streven moet om
voor de jaarlijksche suppletie, ook van do remonteeen