196 minimum-cijfer te verkrijgen. En wanneer dan dit mi nimum-cijfer kan worden verkregen door de oprichting van een remontedépótdan is dit gebiedend noodzakelijk. De ondervinding zal moeten uitmaken of de door mij geschatte kosten wel overeenkomstig de werkelijkheid zijn en of niet de financieele waarde van één paard B grooter dan f 390 en van één paard Y kleiner dan f 520 zal zijn. Raadpleegt men althans„Monitor" in zijn opstel over eene militaire stoeterij (zie „Indische militaire belangen" bladz. 269271) dan kostte b. v, in 1860 elk op Soemba aangekocht paard gemiddeld meer dan 390 en was B=/476. In 1870 was B f 269, in 1871=/' 290, en in 1877 méér. "Wel een bewijsdat die waarden wisselvallig zijn. Na tuurlijk alles heeft zijne oorzaak. Wisselvallige prijzen staan in verband met wisselvalligen uitvoer van paarden van Soemba naar elders, ook naar Java. Hoe grooter uitvoerhoe meer vraaghoe hooger prijs. En zoo wis selvallig is b. v. de aanvoer van Overwalsche paarden door paardenhandelaren op Java, dat die volgens „Moni tor" (bladz. 272) bedroeg in: 1861. 1305 j paarden, waarvan slechts 1862. 2058 1 voor troepenpaard te ge- 1863. 599 bruiken is. Als men nu nagaat, dat volgens „Monitor" de jaar- lijksche behoefte aan remontepaarden (tot 1875) 350 bedraagt en de kosten der remonte van 1869 tot 1875 zich bevinden tusschen f 50000 en f 71000, dan weet men wat het beteekent, een stelsel van remonte te heb ben zooals bij het Indische legerwaarvan de basis wisselvallig is. Een stelsel van remontewaarbij het De kosten der remonte zijn voor 1878 geschat op f 68840, d. i. voor de aanvulling der bepaalde Sterkte van troepenpaarden. In menig jaar ontbrak aan die sterkte 8 a 10 pCt. Voor aankoop van paarden werd betaald in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 207