215 linie van 40 kilometers, die men overal zoo bezetten moet, dat men in staat is een vijand af te slaan. Het vraag stuk, reeds moeilijk op ziek zelf, wordt nog moeilijker in den bijzonderen toestand, waarin wij ons bevinden. De vijand, die op 500 a 600 meters boven ons is, kan ge makkelijk elke onzer bewegingen zien, zonder eénig in strument tot wapening van liet oog te gebruiken. De marsch der colonnes door deze verwenschte vlakte jaagt ware wolken stof op, die men zelfs des nachts gewaar wordt; wat ons betreft, wij zijn verplicht ons van een goeden verrekijker te bedienen om het aantal Turksche tenten te tellen en naar dit getal het effectief te ramen, dat de vijand op dit of dat punt onzer linie tegenover ons stelt. Een ten eenemale nadeelige toestanddie van onzen kant veel wijsheid, voorzichtigheid en een groote juistheid in de bewegingen vordert. Deze stiptheid is mooglijk met de troepen, die wij hier hebben, uitmun tende, degelijke, geharde troepen, die goed marcheeren en de vermoeienis goed doorstaan. Sinds het begin van den oorlog verkwist men tot verzadigeiis zijn lofspraken op de dapperheid van den Russischen soldaat; vrienden en vijanden der Turken stemmen overeen, om hem kalm en stoïcijnsch te noemen in de grootste gevaren. Dat al les is zeer waar, maar naar mijn inzicht is dat alles van ondergeschikt belang. De geregelde legers van alle lan den vechten over het algemeen zeer goedzelfs de Roe- meensche troepen, die in 1854 zulk een treurigen naam hebben gekregen, hebbeu zich onlangs zeer dapper ge dragen ergens om Plevna. Wat veel meer waard en veel zeldzamer is dan het aaneengesloten blijven in het vuur, is het aaneengesloten blijven op marsch, in de dikwijls tallooze en vermoeiende strategische bewegingen, die men verplicht is te volvoeren alvorens op het slagveld te ko men, en de krijgstucht bij een terugtocht, de standvas-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 224