218 het instinkt der plaatselijke gesteldheid heeftdat hij niet meer een wilde is dan de boer van het land naast het zijneen gij zult met mij toestemmendat hij een uit stekende ruiterij moet geven. Hij heeft toch één gebrek, en in zijn specialiteit een hoofdgebrek; hetzij uit tempera ment hetzij uit aangenomen gewoontenhij weet geen verkenningen te doen. Hij blijft zeer goed op pikethij neemt zeer zorgvuldig den omtrek waar, hij verdedigt zich dapper als het noodig ismaar hij gaat niet graag van de ééne plek naar de andere, gelijk de Pruisische uhlanen zoo goed weten te doen. De Koerden en de basji-boezoeksbeweeglijker en stoutertrekken partij van dat gebrek en gaan dikwijls door onze linie zonder oor logsschade voor ons, maar tot groot nadeel van de inwo ners, die zij uitplunderen en vermoorden. Ik beweer, dat twee regimenten uhlanen de liniedie onze Kozakken zooveel moeite hebben te bewaken, zoo kunnen afzetten, dat niemand er door heen sluipt. Ondanks deze betreu renswaarde leemte in hun militaire opvoeding bewijzen zij toch werkelijke diensten. Ku een laatste woord alvorens tot iets anders over te gaanen dat zal zijn over de artilleriedie zeer sterk is in onze afdeeling (75 stukken). Zij is uitstekend, hare wapening bestaat uit bronzen kulasladers van 9 en 4 pond de paarden zijn zeer goedde officieren goed onderricht. Ik heb haar zien manoeuvreeren in moeilijke omstandig heden, op afschuwelijke wegen, onder een hagelbui van geweerkogels, en ik heb de juistheid van haar bewegingen slechts kunnen bewonderen. Onder de wapening van de infanterie zijn begrepen: het geweer Berdan, het geweer Karl en, in kleine hoe veelheid, het oude geweer, vervormd tot geweer met per cussie-toestel (en tabatière). Ik moet u nu, althans beknopt, spreken over onze te-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 227