11
Eenige uren na den dood van Havelock trok het hoofd
kwartier op den Alambagh terug, waar eene bezetting
achtergelaten werd om den Sepoys te toonen, dat de te
rugkeer naar Cawnpore slechts tijdelijk was en dat een
nieuwe veldtocht weldra over het lot van Oude zou be
slissen.
Den 27en November zette het leger zich in beweging
met een konvooi, dat eene lengte van drie mijlen besloeg.
Nauwelijks was men op marschof men kon in de verte
weder kanongebulder hooren. Te Banni aangekomen,
werd alle twijfel opgeheveneen hevig kanonvuur was
in de richting van Cawnpore waar te nemen. Den vol
genden dag brak men weder op en marcheerde men ver
der op Cawnpore aan. Spoedig werden berichten ont
vangen, welke Campbell op de hoogte stelden van de
wederwaardigheden, die den generaal Wyndham getrof
fen hadden.
Deze generaalwien de verdediging van Cawnpore tegen
de troepen van den Nana en het kontingent van Gwa-
lior was opgedragen, was, toen hij den 25en November
kennis kreeg van den aantocht des vijandsdien zeer
onvoorzichtig aan het hoofd van duizend man te gemoet
getrokken. De Sepoys, die wel 20 maal sterker in getal
waren, hadden gemakkelijk dien kleinen troep terugge
worpen. Na drie dagen strijdens waren de Engelschen
genoodzaakt, zich binnen hun versterkingen terug te trek
ken, terwijl zij de inlandsche stad, de magazijnen en de
legertenten in handen van den vijand moesten laten.
Al het materieel werd verbrand, en in den nacht van
den 28cn November kondigden de vlammen van een
onmetelijken brandstapel aan de ontstelde en haastig voor
waarts rukkende soldaten van Campbell de overwinning
des vijands aan. Een vreeselijk onheil bedreigde de
overwinnende bevrijders van het garnizoen van Lucknow.