234 eieren van gezondheid der le klasse bijna zonder uitzonde ring volkomen geschikt worden geacht voor hunne betrek king en er dus schier nimmer sprake is van voorbijgang in bevordering of van ongevraagde pensioneering. Eenigermate vinden de officiereu van gezondheid eene vergoeding voor hunne tragere bevordering in de hun toegekende toelagen, die het hun zelfs in de subalterne rangen mogelijk maken, overeenkomstig hunnen stand te leven. Bij de militaire apothekers zijn de omstandigheden in allo opzichten ongunstiger. De studiën, welke zij hebben moeten maken vóór hun ne in dienst treding, en die welke nog, willen zij bevor dering makengedurende hun loopbaan van hen gevorderd worden, geven hun billijken aanspraak op behoorlijke bezoldiging. Deze is thans hun deel niet, vooral door dien de formatie van het korps eene geregelde bevordering belet. Die formatie, ofschoon sinds een paar jaren met een hoofdofficier uitgebreid, is niettemin hoogst ongunstig gebleven. De aard der betrekking van de militaire apo thekers brengt mede, dat het aantal hoofdofficieren bij dien dienst slechts klein kan zijn. De bevordering tot dezen rang zal dus wel niet veel verbetering kunnen ondergaan. Maar ook de bevordering tot den kapiteinsrang is en blijft slecht, en daarin ware verbetering alleszins mogelijk. Die bevordering is bij voortduring slechter dan die van een der andere wapens en diensten in het leger. Volgens de „tegenwoordige formatie" van het leger (zie Koloniaal Verslag van 1877, bijlage B) is de gemiddelde verhouding van het aantal kapiteins tot dat der luitenants als 1 3 (er zijn 372 kapiteins en 1118 luitenants) Het spreekt van zelf, dat men bp dergelijke beschouwingen de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 243