235 Bij de militaire apothekers is die verhouding als 16. Neemt men daarbij in aamnei-king, dat het aantal hoofdofficieren bij dezen dienst zeer beperkt is, dan ligt het voor de handdat de bevordering op den duur steeds slecht moet zijn en dat verbetering noodig is. Er zijn thans 6 apothekers der 1°, en 36 der 2e en 3e klasse. Kon men het getal der eersten verdubbelen en de formatie der subalterne officieren alzoo brengen op 12 apothekers der le, 18 der 2e en 12 der 3e klasse, dan zou eene zeer belangrijke verbetering verkregen zijn. Het lijdt geen twijfel, dat aan de eersten een aan hun rang passenden werkkring zou kunnen worden aangewe zen; immers1 overalwaar een dirigeerend officier van gezondheid aan het hoofd van een hospitaal staat, kan ook een apotheker le klasse zijn. Het is waar, wij leven in een zuinigen tijd. De stand van 's lands geldmiddelen brengt mede, dat alles wat niet gebiedend noodzakelijk is, wordt uitgesteld. Maar nie mand zalgelooven wijde billijkheid en de noodzakelijk heid van eene verbetering, als door ons bedoeld, ontkennen; en de uitgaven, aan deze verbetering verbonden, zijn zijn toch ook, betrekkelijk, gering. Het tractement toch, voor den kapiteinsrang gemiddeld f 425,voor den 1™ luitenantsrang 237,50 per maand, formatiecijfers ten grondslag moet doen strekken, en niet de toeval- lige sterhtecijfers op het een of ander oogenblik. Een groot incompleet kan wel tijdelijk de bevordering yeel bespoedigen, docli werkt later des te ongunstiger, zooals thans reeds bij de artillerie (voC$ de bevor dering tot den hoofdofliciersrang) blijkt, en over eenige jaren ook bij de genie blijken zal. De fout, om toevallige toestanden van het oogenblik als uitgangspunt van zijne grieven te nemen, is begaan door den schrijver van het opstel Stiefkinderen van het legervoorkomende in de Sum atv a-Courant van 12 Januari 1878, No 4. Zijne cijfers missen daardoor juistheid, en doen alzoo schade aan zjjn betoog.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 244