237 Hiertegenover staat, dat de toelage voor den civilen dienst eigenlijk een verkeerden naam draagt. De toeken ning dier toelage aan alle officieren van gezondheid, ook aan lien die met den civilen dienst niets hoegenaamd te maken hebbenwas eenvoudig het middel omzonder de verhouding der bezoldigingen bij de verschillende wapens en diensten van het leger te verbrekenaan de officieren van gezondheid een positie te bezorgendie evenredig kon geacht worden aan hunne voorafgaande studiën en aan hun stand in de maatschappij. Nu is zekerwat wetenschap pelijke vorming betreft wij zeggen dit natuurlijk in zeer algemeenen zin, zonder dat ccne bepaalde vergelijking in onze bedoeling ligtde militaire apotheker eerder de gelijke van de troepenofficieren in het leger dan van de artsen. Uit dit oogpunt beschouwdis er dus geene reden aan te voeren die het vcrleenen der toelage wettigt. Eene toelage voor een zeker gedeelte van de bevolen dienstverrichtingen is trouwens op zich-zelve ook niet rationeelwant de beschikbare tijd van den Gouvernements dienaar behoort geheel gewijd te kunnen worden aan den Gouvernementsdienst; en het is den militairen apotheker dan ook vrij wel hetzelfde, of hij een drankje gereed maakt voor een soldaat, of voor een burgerpersoon die in het hospitaal verpleegd wordt. Er is echter eene andere redendie het naar onze meening wcnsehelijk maaktdat de financiëele omstandig heden van den militairen apotheker gunstiger zijn dan die der troopenofficieren. Deze kunnenhij voldoende kennis en ijver, de hoogste rangen in hot leger bereikenzij zijn althans zeker, na 17-a 18-jarigen officiersdienst hoofd officier te worden, Dit vooruitzicht missen de militaire apothekers ten ecnemale. De verhouding 2 hoofdoffi cieren op 42 subalternen is zeer ongunstiggemiddeld heeft het leger 1 opper- of hoofdofficier op 12 subal-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 246