242 der stoeterij uitgekozen. Daartegen verder te redeneeren zou monnikenwerk wezen. Eindelijk en dit is het onderwerp dat door mij behan deld zal worden is men met de oprichting dier stoeterij zóó ver gevorderd, dat reeds eene keuze is gedaan voor de eerste dekhengsten. Maar ziet, ook die keuze schijnt bij het legerbestuur eene andere te zijn dan hetgeen bij monde van schrijvers over de verbetering van het paarden ras werd verkondigd. Die dekhengsten heeft men gekozen uit de Makassaarsche hengsten, bij de kavallerie op Java aanwezing. Is het moeilijk de twee eerstgenoemde fouten te verbeteren, dit is niet het geval met de derde fout. Zij kan voortaan vermeden worden door de dekhengsten niet meer onder de Makassaarsche paarden op Java, maar op Celebes zelf aanwezig, te zoeken. En waarom? Ik behoef ter beantwoording van die vraag twee grondbe ginselen betreffende paardenfokkerijen in herinnering te brengen 1°. Een ras is ontstaan uit de vereeniging van in vloeden, zoo als klimaatlevenswijzeoefeningenenz., welke hunne uitwerking op het paard min of meer doen gevoelen. Het ras, zou men kunnen zeggen, wordt ge vormd door het produkt van al die faktoren. Eene wijziging van een der faktoren heeft ook eene wijziging van het produkt ten gevolge; dus van het ras. Die wijziging- heeft o. a. plaats wanneer men de paarden naar elders brengt, omdat aan die overplaatsing eene akklimateering is verbonden. Welnude Makassaarsche paarden der kavallerie op Java, welke men voor de eerste dekheng sten der stoeterij te Malasoro heeft bestemd, hebben bij hunne verplaatsing naar Java een akklimateeringsproces ondergaan; ook door hunne latere levenswijze zijn zij van het oorspronkelijke ras een weinig ontaard. Op het oogen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 251