252 zeker getal positiebatterijen had opgeworpen, werd hij onbeteekenendmisschien geheel nietigin de vlakte, te genover onze talrijke ruiterij en onze zeventig stukken geschut. Er heeft dus geen ernstige aanval plaats ge had er kon geen ernstige aanval plaats hebbenmaar er hebben een reeks ontmoetingen zonder juist doel, zon der bepaald objectief plaats gehad en ondernemingen, vermoedelijk onder den druk van de eischen uit Konstan- tinopel of dood eenvoudig om de nog onervaren troepen te oefenen. Yan deze ontmoetingen zal ik er u ééne ver halen, de eenige, die, door het getal gekwetsten, zeker gewicht heeft gehad. Het was den 15en Sept. (27 Sept. nieuwe stijl). Een verschrikkelijk weder, 30° sinds den ochtend, een ver schroeiende wind, een ware simoendie een dikke laag stof opjoeg, dat men moest inademen, en waarin men marcheerde zonder op eenige passen afstands iets te kun nen onderscheiden. Om zeven uur 's morgens vallen twee of drie Turksche bataljons de voorposten onzer regimenten aan op onzen rechtervleugel, voor Tsjaroektsji, een dorp, gelegen op tien kilometers van Igdir. Te gelijker tijd openen de positiebatterijen voor ons centrum en naar de zijde va.n onzen linkervleugel het vuur en werpen granaten op ons neer. Om tien uur wordt het geschutvuur hevig, onze batterijen houden op te antwoorden, maar geven de partij op, omdat zij den vijand niet bereiken. De staf, die zich bij het centrum ophoudt en tot wien ik mij wend om juiste instructies te hebben, weet niets van wat op onzen uitersten rechtervleugel voorvalt. Het geraas van het geweervuur, aanvanklijk hoorbaar, smelt weg te midden van het meer nabij zijnde geraas der schoten van de vijandelijke artillerie. Men zendt een escadrou kozakken om inlichtingenik neemdwars

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 261