255 -
moeite langs een vreeselijken weg aangebrachtstreden
met hardnekkigheid, maar niet met voordeel, tegen twee
beschutte vijandelijke batterijen, vijftienhonderd meters
verder.
Te oordeelen naar het hevig geraas van het geweer
vuur, naar de massa kogels, die men om zich zag neer
slaan onder het opjagen van stofwolken, zou men gezegd
hebben, dat een geheel legerkorps, een twintigduizend
man zich vereenigd hadden om ons den weg te versper
ren; maar op deze schatting moest men veel afdin
gen. Ondervindingrijke officieren, sinds lang gewend aan
de wonderbaarlijke snelheid van het schieten der Turken,
beweerden dat wij twaalf bataljons, dus 7- a 8000 man
tegenover ons hadden, en werkelijk bevond zich deze macht
op het slagveld, gelijk wij later vernomen hebben. Wat de
den wij daar onder zulke voorwaarden? Waarom bleef
de generaal Brorievski, die ons aanvoerde, koppig tegen
over het onmooglijke? Ik bleef er niets van begrjjpen.
Ik ontmoet een colonel van mijn vrienden:
„Wat doen wij hier? waar willen wij heen?"
Hij haalt de schouders op en antwoordt mij
„Ik weet er niets van".
Het geweervuur wordt minder hevig; ik richt mijn kij
ker naar alle hoeken van het slagveld, een begin van af
tocht hopende te bespeuren Een nieuw bataljon be
klimt het plateau en treedt in linie op Het vuur be
gint weer van voren af aan. Ik zie op mijn horloge:
het is kwart vóór vieren. In dezen tijd neemt het ge
tal gekwetsten toe, reeds sinds lang hebben wij het hon
derdtal overschreden en men ziet er nog meer aankomen.
Het water is buitengewoon schaarsch, mijn tonnen kun
nen de helling niet op, men is verplicht het te paard
aan te dragen in kleine lederen zakken. De moeilijkhe
den van vervoer zijn groot; mijn vijftien wagens maken