263 dienstige verwantschaphet grootste gedeelte der bevol king is christelijk, het overige is verdeeld over de Sjü- tische Tartaren en Perzen en de Koerdendie liet vuur aanbidden; de ware Osmanli's, de Sunnietenvormen een zeer kleine minderheid. Toch maken al deze volken van verschillend ras, van tegenstrijdige geloofbelijdenis, een zeer homogeen of gelijkslachtig geheel uit, telkens als het te doen is om den inval der westersche bescha ving te weerstaan, omdat hun zeden, hun gewoonten, hun overleveringen er oosterlingen van maken. Men moge zeggen wat men wil, tusschen het oosten en het westen is een duidelijke, scherpe afscheiding, zonder eenigen overgangzonder ceuige schakeering of iueensmel- ting. De Oosterling verafschuwt het veel bewogene, be drijvige leven van den Europeaan; slechts weinig begeer ten en behoeften hebbendevergenoegt hij zich met wat hij heeft en houdt er niet van, dat men hem eenigen vooruitgang opdringe. Het is voldoende, de Tartaarsche of Armenische dorpen te doorlóopen, om zich te overtuigen, dat er geen enkele verbetering is te weeg gebracht sinds die ver vervlogen tijden, toen de arke Noach's, op den top van den Ararat stil houdende de menschheid in staat gesteld heeft haar vreedzaam aanzijn weder te beginnen. Zie de oorspronklijke kar, de aria, met haar volle ra deren, gemaakt van planken, en bevestigd aa.n de as, die te gelijk met hen draait; zie dat onwaarschijnlijk werktuig om koren te dorschenmisschien een over blijfsel van het steentijdperk, kiezelsteenen, gedreven in een plankdie een paard of buffel voorttrekten waarop een kind gezeten is om haar meer gewicht te geven; zie den bar dakdie groote aarden kruik van een vreemden, ongekunstelden vormwaarin men het water bewaart dat zoo scliaarsch is in dit land. Zie die hutten van eenvormigen bouwtrantdie men

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 272