274 uit don omtrek der oo ster linie te verdrijven en deze te versterken. Ten einde 's vijands macht zooveel mogelijk te verdee- len, was reeds daags te voren uit de zuid-oosterlinie eene demonstratieve beweging ondernomen, door den kolonel K. vax der Heydex geleid. Twee kolonnesieder sterk 11 officieren en 350 man, onder de bevelen van de majoors H. K. F. van Teyn, wien eene sectie bergartillerie was toegevoegd, en J. Visser, verlieten vroeg in den morgen Kajoe Lob en Atoa. De kolonne van Teyn drong, al vurendeden tegenoverliggenden versterkten rand der kam pong Lamtenga binnen, en dreef den vijand voor zich uit. Om, overeenkomstig de ontvangen instructiën, een ernstig gevecht te vermijden, trok zij daarna weêr op den ooste lijken hoek van Kajoe Loh terug, gedurende welken terug- marsch de meer zuidwaarts liggende versterkte randen der kampong Djoe Bada zooveel mogelijk door artillerie- en infanterie-vuur werden geteisterd. Ook de meer zuidelijk ageerende kolonne Visser wendde zich oostwaarts om den vijand bezig te houdenzonder ernstig met hem slaags te geraken. Bij eene reeds vroeger door patrouilles opgemerkte vijandelijke positie ontwikkelde zich een vuurgevechtmaar dit werd, toen het bleek dat de positie te sterk bezet was om zonder hevigen strijd genomen te worden, spoedig afge broken waarop de kolonne in noordelijke richting haren weg voortzette, en, na zich aan die van den majoor van Teyn aangesloten te hebbenmet deze op de linie der voor posten terugtrok. De onzen telden 1 doodeen 15 gekwet sten waaronder de kommandant der tweede kolonne. Den volgenden dag werd de schijnuitval herhaald, waartoe andermaal twee kolonnes uitruktencie eene onder den majoor B. E. Me kern en de andere onder den kapitein D. Lucas die zich thans in zuidelijk richting bewogen. De majoor Mekern nam positie in den westelijken rand

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 283