277 velde. Op den lln September werden beide versterkin gen betrokken door de daartoe aangewezen bezettingen van Langkroek en Mibouw-zuid; eerstgemelde post kon opgeheven, laatstgemelde aan een detachement van geringe sterkte toevertrouwd worden. In den morgen van 12 September stonden de troepen wederom tot oprukken gereed, met het doel Pekan Koe rong Tjoet te vermeesteren. Daartoe begaf eene kleine infanterie-kolonnevan artillerie en genietroepen vergezeld, zich la.ngs den linkeroever der Koerong Tjoet op ma.rsch, noordwaarts tot tegenover Lamara, ten einde eene oude gedeeltelijk vervallen brug te herstellen, die aldaar den 8n te voren door eene verkenningspatrouille was gevonden. Twee compagniën van het rechterhalf 3de bataillon en twee van het 14de bataillon kregen tevens in opdracht den vijand in oostelijke richting terug te dringen, terwijl het 12de bataillon, de eigenlijke hoofdkolonne vormendezich noordwaarts een weg baande. De beide laatstvermelde kolonnes waren al spoedig in een hevig vuurgevecht gewik keld met eenige voor hun front gelegen versterkingen, die gaandeweg werden vermeesterd, terwijl den vijand aanzienlijke verliezen aan dooden en gekwetsten toegebracht en 13 stukken geschut vernageld werden; aan onze zijde vielen 2 dooden en 17 gewonden. Ka vervolgens een nog onbekenden arm der Koerong Tjoet (Koerong Roekoh) in oostelijke richting te zijn omgetrokken, vereenigden de ko lonnes zich te Pekan Koerong Tjoet, ten noorden van kam pong Lamara, d. i. nabij het zuidelijke uiteinde van den zoogenaamden weg van Blang Pandjang. Het bivouak werd hier opgeslagen en onmiddellijk aangevangen met den bouw van eene loopbrug over de Koerong Roekoh, waar door de communicatie met Lamara en Lamjong werd verzekerd. Van den 13n tot en met den 17U September werden alle

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 286