282
bij, maar tegen den morgen begon de vijand zich steeds
in grooter getale in den kampongraud te verzamelen, wat
den bevelhebber noopte eeue compagnie infanterie uit te
zendendie weldra in een zoo hevig gevecht was gewik
keld, dat zij door twee andere compagniën moest worden
bijgestaan, met welker hulp, ten koste van 1 doode en
15 gewonden, het terrein door de onzen behouden en de
kampongraud bezet werd.
Gedurende de eerste drie dagen van October deed de
vijand ons weinig last aan; talrijke evacuation van zieken
en gewonden lraddan echter de gelederen der ageerende
kolonnes aanmerkelijk gedund, en toen nu hevige regen
buien het terrein al meer en meer onbegaanbaar maakten
de sawahvelden stonden hier en daar geheel onder water
zag de generaal-majoor "Wiggers van Kerchem zich ge
noopt de operatiën te staken en eene betere gelegenheid
af te wachten voor de verdere voltooiing van het beken
de plan van wijlenden generaal-major Pel voor de bezet
ting namelijk van de kuststreek tot Kwalla Lolr en Koe
rong Ryah. De bevelhebber keerde dusnadat do post te
Kadjoe voltooid was den 4n October met de mobiele
kolonnes naar Kotta Radja terug.
Had de vijand gedurende de operatiën in de maand Sep
tember onze postenketen over het algemeen weinig be
dreigd, het bleek al spoedig, dat hij de nieuw tot stand
gekomen noord-oosterlinie met leede oogen aanzag.
Aanvankelijk bepaalde hij zich tot verontrusting der
verschillende corveeën, die het terrein om onze posten open
kapten; maar den 9" October werd eene verkennings
patrouille uit Tjadé, die ongestoord tot nabij Kadjoe was
voortgerukt, ten noord-oosten dier sterkte uit eene vijan-
O DO
Deze post werd betrokken door de bezettingen van Moesapi,
Kotta-Radja-bedil en Penajoeng, die aan detachementen van dë barissan
van Pamakassan ter bewaking werden toevertrouwd.