283 delijke beuling beschoten. Het drassige terrein belette den patrouille-kommandant die benting meer te naderen, waar op liij in goede orde terugtrok. Nadat de lle October rustig was voorbijgegaan, drong den daaropvolgenden nacht eene sterke vijandelijke bende op het onverwachts op Ka- djoe aan; de bezetting was echter op hare hoede, zoodat de aanvallers, die met ware doodsverachting tot aan den voet der borstwering voortruktenmet achterlating van ettelijke dooden en een aantal wapenen in allerijl den terug tocht moesten aannemen. Wij telden 4 dooden en 2 ge wonden. De kommandant der noord-oosterlinie, de majoor van Teijn, besloot nu den vijand uit do reeds meermalen door ons bestreden kampongs te verdrijven, en rukte daartoe aan het hoofd eener infanterie-kolonnemet eene sectie artillerie versterkt, den 12u October van Tjadé uit, inde richting van Kadjoe. Na p. m. 1000 meters te hebben af gelegd, stootte de kolonne op eene goed versterkte en ver dedigde vijandelijke stelling en geraakte daarmede in een scherp vuurgevecht, dat ons een verlies van 8 dooden en 28 gewonden kostteonder welke laatste 3 officieren. Daar 's vijands strijdkrachten zich al meer en meer op de aan gevallen punten begonnen te coneentreerenachtte de ko- ioime-kommandant het geraden het gevecht tijdig af te breken, en in goede orde trok hij daarop naar Kadjoe terug. Wel werd den daarop volgenden nacht onze ver sterking te Kadjoe tot twee malen toe aangevallen, doch te vergeefs. De vijand hield zich toen weder eenige dagen rustiger en bepaalde er zich toe, de posten der noord-oosterlinie op grooten afstand te beschieten; wat echter merkbaar verminderde, nadat den 26n October eene vijandelijke ben ting ten noord-oosten van Kadjoe door eene sterke ver kenningspatrouille verrast en door den vijand met achter-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 292