306
Maar doet dat gebrek aan vrijwilligers zich dan alleen
in Indiö gevoelen
Keen, het is eene chronische kwaal geworden bij alle
uit vrijwilligers samengestelde korpsen. Met den schrijver
ben ik van oordeel dat men om vrijwilligers te krijgen,
hetzij dan voor de mariniers of voor het Indische leger
zoo wel het heden als de toekomst van den militair beter
moet verzekerendan over het algemeen tot nu toe ge
schied is.
Maar daar is naar mijn gevoelen meer noodig. Het al-
gemeene gebrek aan vrijwilligers vindt ook zijn oorzaak
in maatschappelijke toestanden, en op dat terrein moet
de kwaal in de eerste plaats bestreden worden. De mi
litaire stand in het algemeen moet gereleveerd worden.
Daartoe moet voor hemdie zijn geheele leven aan
den krijgsdienst wil wijden, voldaan worden aan de zoo
even genoemde eischen. Maar ook hijdie slechts ge
durende een gedeelte van zijn leven iu militairen dienst
verlangt te blijven, moet 11a het einde van den termijn
in de burgermaatschappij eene plaats vinden, waar hij
naar aanleg en geschiktheid zijn dagelijksch brood kan
verdienen. Op die wijze alleen zal het leger populair
worden bij de bevolkingen langs dien weg moeten de
vrijwilligers tot ons worden gebracht.
De middelendie men tot nog toe aanwendde om vrij
willigers te krijgenhebben gefaald. Enkelen daarvan
zooals b. v. het bovenmatig verhoogen van handgelden
zijn zelfs moeielijk te verdedigen.
Yergis ik mij niet, dan is men thans bezig met de
voorbereiding om den gevolgden weg te verlatenen den
eenigen rationeeleu weg in te slaan. Daarmede zal dan
het vraagstuk der vrijwillige dienstneming, zoo we har
telijk wenschenzijne oplossing meer en meer nabij komen.
Dat men evenmin in Tndië als hier te lande de vrij-