328 heden of eigenschappen de meeste overeenkomst hebben met de hengsten der uitheemsche rassenwaarmede zij moeten paren. Want daardoor heeft de paring inniger plaats en zullen de afstammelingen de van de ouders over geërfde eigenschappen in meer karakteristieken vorm doen zien. ZulleD de verbeteraars hier de Overwalsche heng stenzooveel doenlijk aan de gestelde eischen voldoen, dan is het noodig, dat zij op den leeftijd van 5 jaar naar de stations worden gezonden om hunne diensten te be ginnen. Heeft men geene stoeterijendan is het gebie dend noodzakelijkde daarvoor te bezigen hengsten reeds op den leeftjd van 3 tot 3^- jaar aan te koopen. "Wat men met die hengsten vóór hunne indieiSstelling doet, is reeds in het bovengenoemd opstel van het Militair Tijdschrift gezegd. Paarden, welke aan de hier gestelde eischen van den rasverbeteraar voldoenworden of in 't geheel niet of slechts in een zeer gering aantal op Java aangevoerd. De keus is dus zeer beperkt en de aanvoer daarbj zooals men weet zeer wisselvallig. Men moet ze dus eldersop de plaats van herkomst zelve, de Sandelhoutsche heng sten op Soemba, de Makassaarsche op Celebes, koopen. Daar heeft men eene ruime keuze en nog andere voor- deelen, welke later aangetoond zullen worden. Komen nu de aanstaande dekhengsten op den boven bedoelden leeftijd bij het heng stendepótdan hebben zij meer tijd om zich te akklimateerenalvorens hunne dien sten te beginnen en kan men ze beter voor hunne be stemming opkweeken dan op een anderen leeftijd. Neemt men die hengsten uit de korpsen van het leger, dan is de keuze evenzeer beperkt en hebben zij boven dien bij liet begin hunner diensten bij de stations, den den minimum-dekkingsleeftijd reeds een of meer jaren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 337