379 van Qpper-Doab bezet hieldenkon de gemeenschap tusschen Bengalen en de Noordwestelijke provinciën niet als hersteld beschouwd worden. Het kontingent van Gwalior, hetwelk zich op Galpi teruggetrokken had, was zoo verzwakt èn in manschappen èn in artillerie dat er voorshands geen reden bestond om er zich on gerust over te maken. Een sterk garnizoen te Cawnpore toch was voldoende om eene aanvallende beweging van dat kontingent te voorkomenen bij voortduring de gemeenschap tusschen Cawnpore en Allahabad verzekerd te houden. De militaire transportendie de vrouwen en kinderen van Lucknow begeleid hadden, keerden den 23011 De cember 1857 te Cawnpore terug. Den daarop volgenden morgen gingeii drie kolonnesonder den kolonel Seaton, den generaal Walpole en Campbell, op marsch omdoor een concentreerende beweging naar Fattygur, de talrijke benden partijgangers van Doab terug te werpen. Den 2e" Januari 185S bevond de kolonne onder Campbell, die den vorigen avond de kali Naddi (zwarte rivier) overgetrokken waszich plotseling tegenover de leger macht van den Nabob van Farrackabad, bestaande uit vier regimenten van het Bengaalsche legereene talrijke kavallerie en acht stukken geschut. Nadat zij uit een dorp, waar zij zich krachtig versterkt hadden, door een woedenden aanval van het 53e koninklijke regiment verjaagd waren, trokken de Sepoys eerst in goede orde terugdoch zij namenmet achterlating van hun geschut, lafhartig de vlucht voor een kavallerie-aanval onder Granten trachtten toen hun versterkt kamp onder de batterijen van Fattygur te bereiken. Daarbij bleef het echter nietde paniek was zóó groot, dat aanvoerders en soldaten in allerijl hun kostbaarheden bijeen raapten en de brug over den Ganges overtrokken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 388